Uyen Lu


Van Phất Lộc naar Weimar -  de voordelen

 

Toen ik werkloos werd, ben ik maar weer voortdurend gaan schrijven, omdat ik toch niets te doen had. Om geen onnodige verdenkingen op te roepen verzin ik semi-historisch korte verhalen. Ik noem ze ´Đại Vệ Chí Dị´, hetgeen betekent, vreemde en rare verhalen in het land Vệ (1), onder de Sản-dynastie (2).

Mijn broer helpt mij uit de armoede door een deel van zijn huis beschikbaar te stellen voor mijn nieuw op te zetten internetcafe. Een vriend van vroeger verschijnt plotseling en geeft mij ijskoud een som geld. Geroerd door dit gebaar zeg ik tegen hem dat  ik hem zal terugbetalen zo gauw ik kan. Hij lacht wat en zegt dat ik ervoor moet zorgen dat ik werk heb en dat ik mij vooral niet druk moet maken over het terugbetalen. En hij verdwijnt weer. Toen ik hem later probeerde te bereiken, had hij het altijd zogenaamd te druk om met mij te praten.

Mijn internetcafe trekt meer klanten dan overige zaken in de buurt. De computers worden de hele dag door zo goed als bezet. Er is veel te doen in de winkel. ´s Ochtends maak ik alle pc´s, stoelen en de vloer schoon, zet gekookt water klaar enz. en open de winkel om 7 uur. Om 12 uur `s nachts gaat de winkel weer dicht en ga ik slapen. Rustige momenten benut ik om blogs te schrijven. De gestage groei van het internetcafe zorgt voor een stabiel inkomen. Ik maak zelfs plannen om vechthanen en nog meer boeken aan te schaffen om een comfortabel en welgesteld leven te gaan leiden.

Op een dag roept mijn broer mij naar de zolder. Hij ziet er bleek uit en stamelt dat ik onmiddellijk moet vertrekken. Mijn internetcafe is volgens de politie een broeinest van politieke dissidenten. Ook zou ik mijn internetcafe als dekmantel gebruiken voor subversieve acties tegen de regering en zou ik connecties hebben met andere rebellerende organisaties in het hele land.

Ik wil nog uitleggen dat ik niets verkeerds heb gedaan en dat de connecties over het hele land niets anders zijn dan de commentaren op mijn blogs. Maar mijn broer die voor het eerst van zijn leven over dissidenten hoort, krijgt het al Spaans benauwd, zeker wanneer het zijn eigen broertje aangaat. Hij blijft erop hameren dat ik weg moet, omdat hij anders veroordeeld wordt voor het verschaffen van onderkomen aan de rebellen. Op die manier heb ik geen middelen meer voor verdere anti-regeringsactiviteiten.

Ik stel mijn broer voor dat ik voortaan zal stoppen met het schrijven van blogs. Maar volgens mijn broer eist de politie dat ik onvoorwaardelijk weg blijf van het internetcafe.

Ik vertrek die nacht met stapels boeken en wat persoonlijke spullen. Mijn vrouw hoort het hele verhaal aan met een diepe zucht.

De dagen daarna kom ik niet meer naar de zaak maar huur iemand anders hiervoor in. De zaak mist de enthousiaste leiding en de klanten blijven weg. Het internetcafe wordt uiteindelijk gesloten en alle apparatuur wordt verkocht. Ik krijg er minder dan eenderde van de hele investering voor terug.

Opnieuw sta ik met lege handen. Een moeilijke tijd breekt aan. Voor het levensonderhoud ben ik weer afhankelijk van mijn vrouw. Ik houd dit niet langer vol dan een paar maanden. Dankzij een paar vrienden die bij tijdschriften en kranten werken, kan ik aan de slag als columnist onder een pseudoniem. Mijn vriend ontvangt dan de gage voor mij. Hiermee kan ik iets bijdragen aan de maandelijkse lasten in het gezin. Iedere keer als mijn vriend een column van mij krijgt, verzint hij weer een andere pseudoniem. Er zijn er nu zoveel in omloop, dat zelfs ik niet meer weet welke stukjes echt van mij zijn.

Naast het werk voor de krant blijf ik schrijven voor mijn blog dat steeds meer lezers aantrekt. Sommigen begrijpen dat ik werkloos ben en stoppen mij wat geld toe. Onder hen zijn er overheidsfunctionarissen, zakenmensen, fabrieksarbeiders, zelfs iemand ... zonder ledematen zoals Nguyễn Công Hùng. Deze gelauwerde IT-specialist is niet in staat zelfstandig te bewegen. Ik kom regelmatig naar het centrum waar Hung woont en werkt om hem te helpen als vrijwilliger. Hùng stopt mij soms ook wat geld toe, niet voor mijn diensten, maar als gift voor mijn zoon. Ik help jou vanwege jouw handicap en niet om jouw geld, zeg ik. Iemand als ik kan het geld toch niet gebruiken, zegt Hùng. Ik beschouw je zoon als de mijne en ik weet dat hij geld nodig heeft. Ik neem het geld aan met tranen in mijn ogen en ik zie dat Hùng ook huilt. Mensen zoals jij en ik, zegt hij, worden in dit leven alleen door God gezien en gehoord. Andere mensen zullen nooit begrijpen waar wij mee bezig zijn.

Op dat moment zie ik pas het wonder dat leven heet. Ik schrijf blogs niet om de kost te verdienen maar puur om mijn woede te uiten. Ik schrijf omdat ik niets anders kan doen zonder dat de politie het weer onmogelijk maakt.

Het toeval wil dat ik op de een of andere manier geld krijg, zogenaamd voor mijn zoon. Maand na maand, dan weer van de een of de ander. Het geld komt nooit tegelijk maar met een bepaalde regelmaat. Alles bij elkaar vergelijkbaar met een maandelijks inkomen van een fabrieksarbeider, ongeveer 2 miljoen “đồng” (3), gelijk aan 100 USD. Het meest frappant hiervan is dat deze mensen elkaar niet kennen, noch met elkaar hebben afgesproken. Het is alsof God geregeld heeft dat ze mij om de beurt komen helpen. Zelf heb ik in die tijd weinig nodig, daarom is dit geld meer dan voldoende om mij een tijd lang binnenshuis te houden en door te laten gaan met het schrijven van blogs.

Ik blijf thuis en concentreer mij op het schrijven, ik haal mijn zoon van school, ik zorg voor het eten en voor al het huishoudelijke werk. Het aantal lezers van mijn blog groeit flink. Er zijn zelfs mensen uit het buitenland die snoepjes, kleding, speelgoed en zelf medicijnen voor mijn ziekte sturen. Ik ken deze mensen niet eens, ook niet zelfs via sociale media. Ze sturen zonder bekend te maken wie ze zijn, zonder een tegenprestatie te verlangen. Het enige wat ze schrijven is mij veel geluk en beterschap wensen. En soms geven ze complimenten voor wat ik schrijf. Sommigen bedanken dat ik schrijf zodat ze kunnen lezen wat er gebeurt.

Een keer kreeg ik 200 USD, de grootste som geld ooit. De koerier kent de afzender niet en ik evenmin. Het geld is geadresseerd aan Bố Tí Hớn (4). Mijn zoon heet weliswaar Tí Hớn maar er is niemand die op papier Bố Tí Hớn heet, vertel ik hem. Ik ben wel de vader (Bố) van Tí Hớn. De koerier gelooft mij toch en overhandigt mij het geld.

Er zijn mensen die werk voor mij zoeken of aanbieden zodat ik én inkomen heb én kan blijven schrijven. Er zijn zelfs mensen die een startkapitaal aanbieden zodat ik een eigen zaak kan openen. Maar als ik werk kan ik mij niet meer toeleggen op het schrijven. En als ik een eigen zaak heb, weet de politie mij toch te vinden, en dan moet ik alles weer hals-over-kop afbreken...

 

Origineel: Từ Phất Lộc đến Weimar - lợi lộc, Bùi Thanh Hiếu
Vertaald door: Uyen Lu

____________________

Noot:
(1) Vệ: Verkorte naam van Việt Nam
(2) Sản: Verkorte naam van Cộng Sản (Communisme)
(3) Đồng: Vietnamese munteenheid
(4) Bố Tí Hớn: vader van Tí Hớn


Cái Đình - 2013