Lữ


Alleen maar dat

Soms merk ik dat broeder Thành verdrietig is. Zijn verdriet begint bijna onmerkbaar, als een klein wolkje in de blauwe lucht en verdwijnt even spoedig als het aankomt. Het komt zelden voor dat hij langer dan een halve dag verdrietig is. Ik zeg: “Je bent een gelukkig mens. Ik zie je vaker blij dan bedroefd. Hoe krijg je dat voor mekaar?” Broeder Thành schudt zijn hoofd: “Ik doe eigenlijk niets.” Ik ben niet tevreden met het antwoord. Hij weet dat, maar zegt daar niet meer over en biedt me nog een kopje thee aan.

Een ogenblik later vertrouw ik hem toe: “Soms weet ik niet waar mijn verdriet vandaan komt. Het verschijnt zo maar, plotseling.” Broeder Thành lacht: “Het lijkt alsof het nergens vandaan komt.” Ik zeg: “Het verdriet moet toch door iets worden veroorzaakt, het heeft een reden. Als je je verdriet zeer grondig begrijpt …” Broeder Thành onderbreekt mij: “Dan ben je nog steeds verdrietig.” Toen ik hem dat hoorde zeggen, bleef ik zwijgen.

Broeder Thành vervolgt: “Wat is er mis met verdriet? Wij kunnen een beetje verdriet wel aan. Af en toe verdrietig, dan weer vrolijk.” Ik ben dat met hem eens. Het klopt in elk geval bij hem. Nieuwsgierig vraag ik: “Droevig en dan weer blij. Zo makkelijk. Is het alleen maar dat?” Broeder Thành glimlacht: “Ja, alleen maar dat. Iedereen kan een beetje verdrietig raken en dan weer vrolijk zijn.” Ik zeg: “Zo makkelijk.” Hij knikt: “Echt.” Ik schud mijn hoofd: “Als het zo makkelijk is, waarom weten mensen dat dan niet?” Broeder Thành zegt: “Mensen weten dat wel. Maar ze weigeren het te geloven. Het is zo makkelijk, daarom haast ongelofelijk. Ze wringen zich in bochten, zoeken allerlei moeilijke manieren om hun verdriet, de pijn, het verlies op te lossen.”

Zijn woorden maken mij aan het lachen: “Zo is het wel.” En ik voel blijdschap van binnen, het lijkt dat ik nu een belangrijk onderwerp heb leren begrijpen.

 

Lữ
Frankrijk 1-2009

*** Klik hier voor de Vietnamese versie


Cái Đình - 2009 .