Onno Kosters
Ars Poetica als de Schepper
.
En God zag het licht, dat het goed was
GENESIS 1:4.
Omdat de gele vlindervleugel
glinsterend in de zwarte drek
een door zijn taal gestrand
woord was
Omdat er niemand anders
kwam - & ik geen
argumenten meer bedenken kon.
Dus verzamelde ik vuistenvol
as, inktduister as,
sloeg ze
tot beenmerg, tot
een schedeldak
voldoende stevig
om de milde vervloekingen
van dromen te bewaren. Ja, mijn doel
was genade –
maar nader dan tot een kooi
rond het hart
kwam ik niet. Luiken
voor de ogen. Ja,
ik gaf het handen
al wist ik
dat ik door die kleiplaat
tot vijf bladen licht op te rekken
te ver
zou gaan. Omdat ook ik
een plek nodig had
gemaakt voor mij. Dus doopte ik
mijn vingers
in het vuur weer, wurmde
de onderkaak los
tot de wond uiteen week
en een keel werd,
tot ieder blaadje zilver trilde
van die god
-allemachtige schreeuw
& het volbracht was.
& het mens was.
.
Origineel: Ars Poetica as the Maker (uit “Time Is a Mother”), Ocean Vuong
Vertaling: Onno Kosters
Direct link: https://caidinh.com/Archiefpagina/Poezie/arspoeticaalsdeschepper.html