Ewoud Ceulemans
‘The Sympathizer’ werpt een ander licht op de Vietnamoorlog, ‘de eerste oorlog waarbij de verliezers de geschiedenis schreven’
This image released by Warner Bros. Discovery shows Hoa Xuande,
Fred Nguyen Khan, and Duy Nguyen in a scene from the HBO television mini series
"The Sympathizer." (Hopper Stone/Warner Bros. Discovery via APBeeld AP)
Films als The Deer Hunter, Apocalypse Now en Platoon bepaalden ons beeld van de Vietnamese burgeroorlog. De nieuwe HBO-reeks The Sympathizer probeert aan die canon nu ook een Vietnamese blik toe te voegen – onder andere door de draak te steken met Hollywood, ‘de meest efficiënte propagandamachine ooit’.
“We zijn een leger in de oorlog tegen oorlog”, zegt de megalomane Amerikaanse regisseur Nikos Damianos (Robert Downey, Jr.) in de vierde aflevering van de nieuwe HBO-reeks The Sympathizer. Het is 1976, een jaar nadat Saigon is gevallen en de Vietnamese burgeroorlog ten einde is gekomen, en hij spreekt zijn ploeg toe op de set van The Hamlet, een film over zes Amerikaanse commando’s in de jungle van Vietnam. Een van de toehoorders is een naamloze Vietnamese vluchteling (Hoa Xuande), die dienstdoet als ‘cultureel adviseur’. Zijn cultureel advies is simpel: “Wat als we de Vietnamese personages enkele regels tekst geven?”
De eerste aflevering van The Sympathizer, een behoorlijk trouwe adaptatie van de gelijknamige, met een Pulitzer bekroonde debuutroman van de Vietnamees-Amerikaanse auteur Viet Thanh Nguyen, opent met de tekst: “Elke oorlog wordt twee keer gevochten. Eén keer op het slagveld, en één keer in de herinnering.” De Amerikanen, die aan de zijde van het Zuid-Vietnamese leger vochten tegen het communistische Noord-Vietnam en de Vietcong, hebben de eerste oorlog verloren, en de tweede oorlog gewonnen, zo wil de nieuwe prestigeserie van HBO duidelijk maken.
“Dit is de eerste oorlog waar de verliezers de geschiedenis zouden schrijven in plaats van de winnaars, dankzij de meest efficiënte propagandamachine ooit”, vat de verteller van The Sympathizer samen in Nguyens boek, doelend op Hollywood. Een film als The Hamlet is volgens hem niets meer dan “roofbouw op de geschiedenis, terwijl de geschiedenis in de tunnels achterbleef met de doden”.
Toan Le als The General in 'The Sympathizer'.Beeld AP
The Hamlet is een overduidelijke satirische knipoog naar bekroonde films als The Deer Hunter (1978), Apocalypse Now (1979) en Platoon (1986). The Sympathizer, zowel het boek als de door Park Chan-wook geregisseerde tv-reeks, vormt daarvoor een tegengewicht. Want in The Sympathizer krijgen de Vietnamese personages wél tekst. “Zodat ze hun gevoelens kunnen verwoorden”, zoals het naamloze hoofdpersonage samenvat.
Dat naamloze hoofdpersonage, dat simpelweg met de titel ‘Captain’ wordt aangesproken, is een dubbelspion: zijn loyaliteit ligt bij Noord-Vietnam, maar hij is undercover als assistent van ‘The General’ (Toan Le), het hoofd van de Zuid-Vietnamese militaire politie, en vlucht samen met hem naar de Verenigde Staten aan het einde van de oorlog. Om vanuit Los Angeles zijn spionagewerk voort te zetten, tot hij zelf verstrikt raakt in zijn eigen web van intriges en dubbelspel.
RUSSISCHE ROULETTE
Het is een veel complexere weergave van het conflict in Vietnam dan je in de doorsnee Vietnamfilm te zien krijgt, en waarin veel duidelijker is wie de slechteriken zijn. “Niemand krijgt de schuld, behalve de oude vijand, de Vietcong,” schreef de Nederlandse journalist en anti-Vietnam-activist Hans Koning al in 1979 in The New York Times over The Deer Hunter “en dat is een Vietcong die nog snoder en diabolischer is dan degene die we te zien kregen in het nieuws.”
The Deer Hunter won vijf Oscars, waaronder die voor beste film en beste regie, en was een van de eerste films die het beeld van de Vietnamoorlog bepaalden: een politieke en militaire wildernis, waarin vooral Amerikaanse soldaten (in de film vertolkt door onder anderen Robert De Niro en een Oscarwinnende Christopher Walken) letterlijk en figuurlijk verdwaalden.
Dat de Vietcong hun Amerikaanse krijgsgevangen mentaal en fysiek martelden met Russische roulette (waarbij gevangenen gedwongen werden een zesschotsrevolver met één kogel tegen hun hoofd te zetten en de trekker over te halen) bleek simpelweg niet te kloppen, maar het idee staat wel centraal in The Deer Hunter – en ging later ook een rol gaan spelen in de culturele herinnering van de Vietnamoorlog, vooral in de herinnering aan de wreedheden die Amerikaanse soldaten moesten doorstaan. Slachtpartijen als My Lai, waarbij Amerikaanse soldaten zowat 500 Zuid-Vietnamese burgers uitmoordden, blijven dan weer afwezig in Hollywood-producties.
Duy Nguyen in 'The Sympathizer'. Beeld AP
“De andere kant, de Vietnamezen, blijven onzichtbaar”, merkte Koning op in The New York Times. “Vietnam is niets meer dan een handige achtergrond voor wat verder gewelddadig Amerikaans drama is.” Films als The Deer Hunter “verwerpen noch accepteren het idee van Amerikaanse schuld – ze negeren het”, vond Koning.
The Sympathizer vormt daar een slimme satire op. De regisseur van The Hamlet begint zich pas iets aan te trekken van de Vietnamese figuranten wanneer hij ontdekt dat geen van hen Vietnamees spreekt – ze zijn allemaal Chinezen. Amerikaanse filmmakers, zo lijkt The Sympathizer te willen zeggen, zien alle Aziatische personages als één pot nat: een idee dat de reeks slim omdraait door alle noemenswaardige Amerikanen – de regisseur, een CIA-agent, een politicus, een universiteitsprofessor – te laten vertolken door dezelfde acteur, Robert Downey, Jr.
In The Sympathizer is Vietnam dan ook meer dan ‘een handige achtergrond van Amerikaans drama’. Het is een politiek wespennest, waar niet alleen de Amerikanen, maar ook de Vietnamezen niet altijd wijs uit raken. De twee beste vrienden van The Captain dienen respectievelijk in het Noord- en het Zuid-Vietnamese leger, en het contrast tussen die twee wordt in grijstinten getekend, in plaats van in zwart-wit. Zowel auteur Viet Thanh Nguyen als regisseur Park Chan-wook illustreren dat de eerste slachtoffers van de oorlog niet de Amerikanen, maar de Vietnamezen waren – al is dat zelden de indruk die je krijgt in Amerikaanse films.
Het is duidelijk dat Amerikaanse politici en het leger zich bewust zijn van de socio-culturele macht die Hollywood bezit. Niet alleen in The Sympathizer – The Hamlet-regisseur Nikos Damianos wordt gesteund door een congreslid en een CIA-agent – maar ook in het echt. Het Pentagon verleent graag steun aan filmproducties die een positief beeld van het leger schetsen, en producenten weten dat. John Wayne, westernicoon en notoir patriot, schreef zelfs president Lyndon B. Johnson aan: volgens Wayne was het “extreem belangrijk dat niet alleen de mensen in de VS maar die in de hele wereld weten waarom het belangrijk is dat we daar zijn. De meest effectieve manier om dat te bereiken, is door cinema.”
Het resultaat, The Green Berets (1965), was een nauwelijks verholen portie propaganda (“stom”, “verrot” en “fout in elk detail”, recenseerde The New York Times: “Verachtelijk en krankzinnig, en daarbovenop nog saai ook”) voor het Amerikaanse leger en de Amerikaanse zaak – het Witte Huis verleende immers zijn volle steun.
Robert Downey Jr. en Hoa Xuande in 'The Sympathizer'.Beeld AP
KRANKZINNIG
Toch was het pas na de oorlog dat Vietnam een meer gangbaar thema werd in Hollywood en de Amerikaanse inmenging kritischer werd bekeken. Naarmate de oorlog verder in het verleden lag, werden de Amerikaanse uitspattingen ook meer bespreekbaar. In Platoon (1986), geregisseerd door Vietnam-veteraan Oliver Stone, branden Amerikaanse soldaten een Vietnamees dorp plat. Toch ligt ook daar de focus op het leed van de Verenigde Staten zelf: de film toont de morele dilemma’s van jonge rekruten in een oorlog die ze niet begrijpen. “Veteranen bedanken me voor het vertellen van hun verhaal, en veel van hen hebben tranen in de ogen”, herinnerde hoofdrolspeler Charlie Sheen zich later in The Guardian.
Eerder was er ook het waanzinnige en bijwijlen surrealistische Apocalypse Now. Regisseur Francis Ford Coppola hoopte steun te verkrijgen bij het leger, maar kreeg te horen dat zijn script een opsomming was van “de ergste dingen, echt of ingebeeld, die zijn gebeurd of gebeurd zouden kunnen zijn” in Vietnam, en dat sommige scènes het leger “in een onrealistisch en onaanvaardbaar slecht daglicht plaatsen”.
Ook Vietnam-veteraan James Webb was niet te spreken over Apocalypse Now. “Ik heb lang geloofd dat de kunsten een oplossing zouden bieden voor onze nationale angst over Vietnam”, schreef hij bij de release van de film in The Washington Post. Maar geen enkele film ‘heeft de essentie van Vietnam gevat’, en, wat Webb betreft, al zeker Coppola’s film – een ‘belediging van de ervaring zelf en van wie er heeft gevochten’ – niet. Toch vond Coppola zijn magnum opus geen ‘antioorlogsfilm’. “Een antioorlogsfilm mag geen geweld verheerlijken,” gaf hij vijf jaar geleden toe in The Guardian, “en Apocalypse Now doet dat wel.”
Coppola werkte vier jaar aan zijn epos over een Amerikaanse soldaat (Martin Sheen) die naar het hart van de jungle wordt gestuurd om er een krankzinnige kolonel (Marlon Brando) te liquideren. Bij de première op het Filmfestival van Cannes, waar hij voor Apocalypse Now zijn tweede Gouden Palm zou winnen, zei Coppola: “Mijn film gaat niet óver Vietnam. Het ís Vietnam. It’s what it was really like. It’s crazy. En de manier waarop we het hebben gemaakt is heel erg zoals de Amerikanen waren in Vietnam. We waren in de jungle. We waren met te veel. We hadden toegang tot te veel geld, te veel materiaal. En beetje bij beetje werden we krankzinnig.”
Het zijn woorden die de regisseur van The Hamlet echoot in The Sympathizer. “Lang nadat deze oorlog is vergeten, wanneer het bestaan ervan een paragraaf is in een schoolboek dat niemand wil lezen, en wanneer iedereen die het overleefd heeft dood is […] zal dit kunstwerk zo fel schitteren dat het niet langer over de oorlog gaat, maar de oorlog ís.” Met The Sympathizer lijken Park Chan-wook en Viet Thanh Nguyen dat te willen voorkomen. Op het slagveld is de Vietnam-oorlog al bijna vijftig jaar uitgevochten, maar in de herinnering nog niet. Of zoals The Captain het samenvat: “Oorlogen sterven nooit.”
Beeld AP
Ewoud Ceulemans
Bron: demorgen.be, 13.04.2024
Direct link: https://caidinh.com/Archiefpagina/Cultuurmaatschappij/thesympathizerwerpteenander.html