Maurice Gispen
Nhung Dam (39) leerde als kind dat ze niet te veel moest opvallen. Nu staat ze zingend en rockend in het theater
In een écht theater werkt schrijver en theatermaker Nhung Dam (39) aan haar nieuwe voorstelling. Die gaat over haar leven als dochter van Vietnamese vluchtelingen. Mét liedjes in het Vietnamees, de taal waar ze zich lang voor schaamde. De Volkskrant volgt het maakproces.
Nhung Dam bij de repetities voor haar voorstelling
‘Nhung geeft zich bloot’. Beeld Hilde Harshagen
‘Het voelt alsof we het voor het eerst écht professioneel aanpakken’, zegt Nhung Dam, theatermaker, schrijver en actrice. Terwijl in november storm Poly door Amsterdam raast, begint Dam met regisseur Koos Terpstra en acteur en componist Erik van der Horst aan de eerste repetitieweek van haar nieuwe voorstelling Nhung geeft zich bloot. Ze repeteren nu in een heus theater, DeLaMar West in Amsterdam, en dat is wel eens anders geweest. Dit keer brainstormt ze dus niet met Terpstra tussen de wasrekken in haar woonkamer of wandelend door het bos, maar werken ze in een echte repetitieruimte, met verwarming en een koffieapparaat.
Nhung Dam (39) schreef twee romans, Duizend vaders (2017) en Definitie van liefde (2023), en maakte eerder onder meer de veelgeprezen solovoorstelling 3 miljoen voetstappen naar Sicilië. Daarnaast speelde ze in de tv-serie Dertigers. Voor haar nieuwe voorstelling werkt ze voor de achtste keer samen met schrijver en regisseur Koos Terpstra, die een lange loopbaan heeft in het Nederlands theater en ook geregeld cabarettalent regisseert.
Inmiddels kennen de twee elkaar door en door. Met Terpstra als ‘boerenjongen van Texel’ en Dam met ‘wortels in Vietnam’, voeren terugkerende thema’s zoals identiteit, sociale klasse en erbij horen de boventoon – zo ook deze keer. In Nhung geeft zich bloot bevraagt Dam haar identiteit als kunstenaar, als Vietnamees-Nederlandse en als de dochter van haar ouders die vluchtten uit Vietnam.
Regisseur Koos Terpstra tijdens de repetities. Beeld Hilde Harshagen
Eerste repetitieweek
Zoals altijd in de eerste repetitieweek is het nog zoeken naar de beste methode om samen te werken aan het script. Terwijl Terpstra een stapel witte papiertjes over de lange houten tafel uitspreidt, glimlacht Dam breed. ‘Dit ziet er misschien nog niet heel overzichtelijk uit, maar vergeleken met vroeger is dit voor ons al heel geordend.’ In die tijd deden ze alles voornamelijk uit het hoofd. Terpstra: ‘Op al die losse papiertjes moeten we nog wel wat bedenken. Als iemand nét te hard niest, liggen ze door elkaar.’
Op witte papiertjes staan namen van scènes uit de voorstelling, zoals Kill Bill, Zeven vinkjes en Daten. Op de roze post-its die ernaast worden gelegd staan nummers die speciaal voor de voorstelling door Dam en Van der Horst zijn geschreven, met titels als Te heftig en Waarom zo serieus? naast een vertaalde Nederlands-Vietnamese versie van Nina Simones Ain’t Got No, I Got Life
De nummers werden voor het grootste deel geschreven middels audioberichten die Dam naar Van der Horst stuurde via WhatsApp. ‘Ik stuurde ingezongen liedteksten door, dan gingen er tig berichten over en weer en componeerde Erik daarop door. Hij voelde steeds precies aan wat ik ermee wilde.’ En dat terwijl de twee nog nooit eerder hadden samengewerkt.
Nhung Dam en Erik van der Horst, die met Dam
de muziek schreef. Beeld Hilde Harshagen
Om de nummers zelf op toneel te kunnen spelen ging Dam op zang- en basgitaarles. Waardoor ze straks samen, zoals Dam het noemt, op het podium ‘staan te rocken’. Ze wilde graag iets nieuws leren, maar dat ging met vallen en opstaan. ‘Ik moest mijn onzekerheid opzij zetten om iets nieuws te leren op latere leeftijd. Maar ik geloof in moed: dat je iets ondanks je angst tóch doet.’
Dam zingt in de voorstelling in het Nederlands en het Vietnamees. Ook dat is voor haar een grote stap. ‘Bij mijn Nederlandse toneelopleiding stond westerse muziek altijd op de voorgrond.’ Lang schaamde ze zich voor haar moedertaal, Vietnamees. Omdat ze het gevoel had dat ze pas ‘echt’ in Nederland kon meedoen, als ze de taal foutloos sprak. Terwijl het Vietnamees de taal is waarin ze zich toch het meest thuis voelt. ‘Deze voorstelling moet een viering van beide talen zijn.’
Vanaf het begin proberen
Nog een dikke maand te gaan tot de première. De afgelopen dagen hebben Terpstra en Dam voor de eerste zes scènes in de voorstelling een goeie volgorde gevonden, de resterende twintig moeten hun plek in het script nog krijgen. ‘Zullen we het vanaf het begin proberen?’, vraagt Terpstra. Dam kijkt opgetogen, en tegelijkertijd gespannen – voor haar is dit de kwetsbaarste fase van de repetities. Op de achtergrond klinkt vanuit de repetitieruimte het gitaarspel van Van der Horst, die de nummers aan het doornemen is. Dan begint Dam aan tafel met volle theatrale overtuigingskracht aan haar eerste monoloog, Daten.
Ze zit op het puntje van haar stoel, met haar laptop met teksten op schoot – voor als ze de draad kwijtraakt. Terpstra ijsbeert langs de tafel terwijl hij een mandarijntje pelt en geconcentreerd luistert. ‘Ja! Dit is heel sterk. Gewoon doorgaan’, moedigt hij haar aan.
Maar bij papiertje zes loopt Dam vast. Met de handen in het haar kijkt ze op van haar laptop. ‘We lopen vast op precies hetzelfde punt als gisteren!’ Samen proberen ze een passende volgorde voor de scènes te vinden, die het publiek aan het denken zet, maar wel op een luchtige, vrolijke manier. Dam wil de zwaardere thema’s in de voorstelling, zoals een taalachterstand, eenzaamheid en opgroeien in armoede, nadrukkelijk met humor brengen. Dat maakt het voor het publiek, maar ook voor haarzelf behapbaarder.
Na ruim drie uur puzzelen met scènes komt de vermoeidheid opzetten. Terpstra ploft neer in de vensterbank en kijkt uit over het voetbalveld voor DeLaMar. ‘Ik zou willen dat ik een emmer water over mijn hoofd kon gooien, zodat ik afkoel en mijn hersens er voor even uitspoelen.’ Ook muzikant Van der Horst komt uitgeput de repetitieruimte uit. ‘Ik moet nú wat eten. En trouwens, wat ik me realiseer: dat ik 90 procent van de tekst nog helemaal niet heb gehoord.’
Nhung: ‘Omdat 90 procent van de tekst nog niet klaar is.’
Beeld Hilde Harshagen
Volwaardig script
Drie weken later wordt er nog altijd van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat gerepeteerd. Dam zit uitgeput op het Perzische tapijt in de repetitieruimte. ‘Ik ben doodmoe, maar what’s new?’ Ze wijst lachend naar de kop zwarte koffie en de zak met droog bruin brood voor haar. ‘Ook voor mezelf zorgen gaat steeds moeilijker.’
De stapels met witte papiertjes hebben inmiddels plaatsgemaakt voor een volwaardig script, geprint op A4-papier, met keurig geordende secties aangegeven met titels en kleuren. Op de spiegel in de repetitieruimte hangen nog wat losse velletjes, dit zijn ‘back-uppapiertjes’ die ingezet kunnen worden als de makers alsnog het gevoel hebben dat op zeker punt in de voorstelling een grap of een thema ontbreekt.
Vandaag gaan ze meteen van start met de nummers. ‘Ze vragen wie je bent/ ze vragen wat je hebt (…) staat je huis op goede bodem/ Dan gaan de poorten voor je open’, zingt Dam in het nummer Een kunstenaar moet geven, waarmee ze korte metten lijkt te maken met de hokjes waarin anderen haar plaatsen. Gevolgd door Kleine meisjes janken niet, een nummer over hoe vrouwen zich horen te gedragen: ze klagen niet, ze huilen niet. De nummers hebben een ondertoon van woede, van frustratie, de emotie barst uit Dam als ze zingt.
Ode aan haar moeder
Na een reeks krachtige nummers komt De brief aan mijn moeder, een liefdevolle ode. Met lange halen van de gitaar op de achtergrond doet Dam haar verhaal: ‘Ook al kan je er geen letter van begrijpen/ Toch doe ik een poging zodat je begrijpt wie de vrouw is die je dochter is geworden.’
Haar moeder, die samen met haar vader vanuit Vietnam naar Nederland vluchtte op een boot, leerde haar dochter al op jonge leeftijd ‘om vooral niet te veel op te vallen’. En daar staat Dam vervolgens, met een basgitaar zingend op het podium. In deze scène probeert ze uit te leggen hoe juist dit haar manier is van ‘meedoen’ in de samenleving, ook al is dat misschien niet hoe haar moeder het voor zich zag.
Terpstra onderbreekt de monoloog: ‘De gitaar op de achtergrond leidt af. Het moet geen nummer worden, maar een opzichzelfstaand verhaal.’ Dam zucht luid. ‘Maar we hebben het de hele tijd zo gedaan. En het geeft juist een soort mystieke Vietnamese sfeer aan het verhaal.’ Tot haar frustratie is Terpstra het niet met haar eens. ‘Koos, je snapt het niet! De muziek helpt me, ik heb het emotioneel nodig voor dit stuk.’
Een uur later biedt Dam haar excuses aan: ‘Sorry dat ik zo fel reageerde, we zijn gewoon nog aan het maken en ik probeer ook gewoon maar wat.’
Repetitie op 6 december. Beeld Hilde Harshagen
Grote druk
Dat Dam straks anderhalf uur op toneel krijgt om haar stem te laten horen is een waardevolle kans. Maar ze voelt ook grote druk: ze werkt samen met Terpstra en Van der Horst onder de vleugels van een grote organisatie én voelt de verantwoordelijkheid om op toneel te zeggen wat anderen misschien niet kunnen. De worstelingen van haar ouders, die in Nederland hun plek hebben moeten vinden, zijn hierin haar grote drijfveer.
Volgens Dam kun je niet zomaar alles worden wat je wilt, want alles wat je doet, heeft te maken met je achtergrond en opvoeding. Met andere woorden: of je de wind in de rug had. Ze neemt daarbij de zeven-vinkjestheorie van Joris Luyendijk (man, wit, hetero, vwo-diploma, universitair diploma, een ouder hoogopgeleid, een ouder in Nederland geboren) als uitgangspunt. Hoe meer vinkjes, hoe groter je kans op succes. Dam heeft er twee.
Desondanks is het haar gelukt om te komen waar ze vandaag is: schrijver, actrice én professioneel theatermaker in DeLaMar West. ‘Wat ik doe, is echt doodeng, en toch denk ik elke dag: gaan met die banaan! Misschien heb ik niet al die vinkjes, maar belangrijker is de vraag wat je er uiteindelijk mee doet.’
Nhung geeft zich bloot, première 16/12 in DeLaMar West, Amsterdam. Tournee t/m 26/4.
__________
NHUNG DAM
Nhung Dam (39) koos na een bachelor psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen voor de Amsterdamse toneelschool- en kleinkunstacademie, waar ze in 2011 afstudeerde. Ze speelde bij Theater Oostpool, Jakop Alhbom Compagnie en Het Nationale Theater. In 2016 schreef ze haar eerste voorstelling samen met Koos Terpstra, Hartstocht, een thriller. Dam was columnist bij de Volkskrant en Noordhollands Dagblad en publiceerde twee romans. Haar solo 3 miljoen voetstappen naar Sicilië noemde de Volkskrant ‘een hoopgevende, grappige, hartverwarmende voorstelling’.
Maurice Gispen
Bron: De Volkskrant, 14.12.2023
Direct link: https://caidinh.com/Archiefpagina/Activiteiten/ActiviteitenNL/nhungdamleerdealskind.html