Carolien van Doorn


OP ZOEK NAAR DE VRIJHEID
Het waargebeurde verhaal van een Vietnamese bootvluchteling

Ter gelegenheid van: NCDO JAARDAG, 22 januari ‘08 Bron: wenst anoniem te blijven

Verhaal opgetekend door: Carolien van Doorn
In opdracht van: NCDO,
zie ook www.ncdo.nl

*

We huilden van intens geluk. We hadden weer een kans, we hadden weer hoop op een toekomst. Na honderd uur op zee was het de Sinoutskerk , een ‘hemels' schip van rederij NedLloyd, dat op 4 november 1980, om acht minuten over half twee, langszij voer, en ons twee dagen later bij de haven van Singapore afzette.

Mijn zes eerdere vluchtpogingen uit Vietnam waren mislukt. Zes keer had mijn familie, met veel moeite, grote sommen geld bijeengebracht om mijn vlucht te kunnen betalen. Leugenaars hadden de boel keer op keer belazerd. Maar ik mocht niet opgeven, ik moest blijven proberen, ik zou me niet overgeven.

Ik zou me niet overgeven aan het communistische regime dat Zuid-Vietnam ten val had gebracht. Ik zou me niet overgeven aan het communistische regime dat mij, officier bij de luchtmacht, samen met ruim driehonderdduizend andere officieren en hoge ambtenaren, in juni 1975, opsloot in een heropvoedingskamp midden in het oerwoud. Weggerukt van onze familie en de maatschappij, werden we 's nachts naar de geheime kamplocatie gebracht. Gehersenspoeld moesten we worden, communistische idealen moesten we leren.  

Het leven was er hard, zwaar en wreed. Er was een tekort aan dekens en warme kleding voor de ijskoude nachten; er was een tekort aan medicijnen. Om me heen stierven mensen aan honger, ziekte en de barre omstandigheden.

Na mijn vrijlating uit het kamp, moest ik mij elke week melden bij de politie. Zonder enige reden, op elk willekeurig moment, kon ik worden teruggestuurd naar een van de kampen. De kampen voelden als een kleine gevangenis; vrijlating ervoer ik als leven in een immens grote gevangenis. De gevangenis met de naam: communistisch Vietnam.

Maar nu, deze zevende keer, deze zevende vluchtpoging die ik zelf had georganiseerd…nu was het gelukt. Via mijn tante had ik een boot kunnen regelen. Een behoorlijk grote boot, van 20 meter lang, en 5 meter breed. Samen met zes andere jongeren maakten we de boot klaar voor de vlucht. Dag en nacht waren we ermee bezig. We leerden varen van een oude, ervaren zeeman; we kochten – in het geheim - voedsel, water en brandstof. En twee weken voor ons geplande vertrek, liepen we een voormalige marinekapitein tegen het lijf. Hij was net vrijgelaten uit een van de heropvoedingskampen en ja, hij wilde graag met ons mee. Een gelukje voor ons, zo hadden wij in elk geval een goede en echte kapitein aan boord.  

In de laatste nacht van oktober 1980, om 2:00 uur precies, verliet ik, samen met 302 anderen en mijn hond, mijn geboorteland Vietnam. Mijn vrouw en driejarig zoontje bleven achter. Het was ijskoud, pikkedonker en de hevige stormen maakte het besturen van de boot soms onmogelijk. Mensen werden zeeziek en konden niet meer eten, andere kregen hartproblemen en kinderen hadden hoge koorts. Ik raakte in paniek.

Tot daar opeens een Amerikaans vliegtuig heel laag overvloog. Tot twee keer toe liet het iets vallen in zee. Het landde te ver weg, we konden er niet bij. De Amerikanen bleken onze redding, ze alarmeerde een schip in de buurt. En zo verscheen om 13:38 uur, na 100 uur, na vier dagen op zee, het schip de Sinoutskerk van NedLloyd.

Het schip voer ons naar de veilige haven van Singapore. Van daaruit vertrokken wij naar een opvangcentrum. Er volgden gezondheidscontroles, we werden ondervraagd door instanties…tot wij ons drie maanden later over de wereld verspreidden. Sommigen vertrokken naar familie in Amerika en Canada, andere kwamen terecht in Australië, Frankrijk, België of Nederland, zoals ik.

Vanuit Schiphol werd ik naar Leerdam gebracht, voor opnieuw een medische keuring. Door de ramen van de auto, zag ik een groot wit landschap, zo veel sneeuw had ik nog nooit in mijn leven gezien! Het was koud, maar wel heel mooi. Van die eerste tijd in Nederland, herinner ik vooral me de hulp van vrijwilligers. Ik sprak op dat moment nog geen woord Nederlands, maar in het Engels kon ik mijzelf goed verstaanbaar maken.

Na een week in Leerdam, kwam ik in een opvangcentrum in Boxtel terecht. Daar leerde ik Nederlands. Het liefst had ik willen verder willen studeren aan de universiteit; maar de Nederlandse taal bleek lastiger dan gedacht. Ik koos daarom voor een studie aan de mts, de middelbare technische school. Mijn doel was zo snel mogelijk mijn familie te laten overkomen. Ik haalde mijn diploma en kreeg een vaste baan in de techniek, waar ik tot aan de dag van vandaag nog steeds werk. Vier jaar na de vlucht, kon ik, van mijn eigen verdiende geld, eindelijk mijn vrouw en zoontje laten overkomen.

 

Toen , nu, en voor altijd zijn wij de koningin, de Nederlandse regering en natuurlijk ook de bemanning van het schip en de Nederlandse vrijwilligers, dankbaar. Met een warm hart en open armen, redden jullie ons uit de zee, vingen jullie ons op en begeleidden jullie ons bij de eerste stappen in Nederland. Jullie gastvrijheid heeft veel indruk op ons gemaakt.

Jullie betrokkenheid heeft Nederland tot een menswaardig land gemaakt. Wij zullen dit nooit vergeten en jullie altijd dankbaar zijn.

Vietnam ben ik zeker niet vergeten. Ik ben er opgegroeid en heb er dertig jaar gewoond; een groot deel van mijn familie woont er nog steeds en ik heb ook mooie herinneringen aan mijn geboorteland. Ik bén Vietnamees, maar mijn leven ligt in Nederland. Nederland is mijn tweede thuisland. Ik woon hier nu 26 jaar, ik werk met Nederlandse collega's en ik probeer mij aan te passen aan de Nederlandse maatschappij. Ik voel mij hier thuis. Ik ben hier een vrij mens en daar geniet ik van. Alleen spinaziestamppot en rode kool, daar kan ik nog steeds niet aan wennen.

Toen ik als dertigjarige, de boot instapte, op weg naar een onbekende bestemming en een onzekere toekomst tegemoet, nam ik een groot risico. Ik liet alles achter om op zoek te gaan naar vrijheid. Ik heb geluk dat mijn doel is bereikt.

Maar…mijn gedachten zijn bij hen die minder geluk hebben gehad dan ik. Persvrijheid en godsdienstvrijheid belooft de Vietnamese regering. Maar wat betekenen die woorden echt?…

 

 

 


Cái Đình - 2008 .