Uyên Lu
Country road, take me home... (Deel 03)
Cái Đình start in de rubriek Cultuur en Maatschappij een serie dubbele
interviews met als titel “Country road, take me home…”.
In deze interviews komen steeds twee mensen aan het woord die door omstandigheden
langdurig te maken krijgen met een andere taal en cultuur, in de breedste zin
van het woord. Ervaring uitwisselen zodat je eventueel iets van elkaar kunt
leren is het voornaamste doel van deze interviews.
In deze derde aflevering komen Hang en Jules
aan het woord. Beiden zijn in de leeftijdscategorie van 34 tot 35 en behoren
tot de zogenaamde tweede generatie.
Hang is van Vietnamese afkomst en woont al twintig jaar in
Nederland. Jules heeft Surinaamse ouders maar is in Nederland
geboren. Zes jaar geleden zijn ze met elkaar getrouwd. Inmiddels hebben ze twee
zonen, één van 3 jaar en één van 2 maanden oud. Wat de keuze voor een partner
met een andere culturele achtergrond betekent, kunt u hieronder lezen.
De interviews konden - dankzij het digitale tijdperk - op afstand worden afgenomen.
Om een compleet en overzichtelijk beeld te krijgen worden de interviews in drie
hoofdstukken verdeeld.
Het eerste hoofdstuk gaat over het verleden. Voor Hang en Jules betekent dit
de periode voordat ze elkaar hebben leren kennen. Het tweede deel gaat over
hun huidige leven en het derde deel over de toekomst.
Vertel iets over jullie leven voordat jullie
elkaar leerden kennen?
1. Hoe voorzag je jezelf in het levensonderhoud?
Jules: Voordat ik Hang leerde kennen woonde ik nog bij mijn
ouders. Ik was klaar met de studie werktuigbouwkunde aan de Haagse Hogeschool.
Het project bij ABB waar ik aan meewerkte liep op zijn eind en ik was op zoek
naar ander werk.
Hang: Toen ik Jules leerde kennen was ik bezig met de opleiding
A verpleegkundige in het Bronovo Ziekenhuis in Den Haag. Ik had plannen om na
deze opleiding verder te gaan studeren ergens in het land. Ik heb veel plezier
in mijn werk. Ik ben ijverig en trots op mijzelf.
2. Wat voor beeld had je van Suriname/Surinamers?
J: Suriname wilde graag onafhankelijk worden van Nederland.
Daarmee kwam ook veel verantwoordelijkheid. Helaas heeft de staatsgreep het
land ook niet veel goeds gebracht. Het is een leuk vakantieland als je mensen
kent waarmee je kunt optrekken. Surinamers zijn een vrolijk en uitbundig volk,
vol met gezellige praatjes. Je bent er altijd welkom en je kunt altijd aanschuiven.
Door de diversiteit aan culturen is het ook een kleurrijk volk.
Het land heeft vele potentie, maar die wordt niet benut. Het is een vruchtbaar
land met veel bossen. Als je genoeg mensen kent, dan kun je het daar wel gaan
maken.
H: Voordat ik Jules leerde kennen had ik geen kennis van Suriname
en de Surinamers.
3. Wat voor beeld had je van Vietnam/Vietnamezen?
J: Het land was mij bekend van de tv met de oorlog en de vluchtelingen.
Meer wist ik er niet van. Ik had al wel omgang met Vietnamezen. Een zeer goede
vriend was van Vietnamese afkomst. Ik heb hem leren kennen op een bijbelclub.
Later kwam ik hem weer tegen tijdens mijn opleiding en de vriendschap werd steeds
hechter.
Algauw leerde ik dat er bij Vietnamezen een zeer strikte hiërarchie heerst.
De mensen zijn zeer formeel. De taal is moeilijk qua uitspraak.
Vietnam is een land dat mij aanspreekt. Het landschap is afwisselend. Verder
hou ik van de drukte in de grote steden. En natuurlijk het eten. De kruiden,
bijvoorbeeld koriander en munt, die Vietnamezen gebruiken, zijn vreemd voor
Surinamers. Maar daar ben ik inmiddels wel aan gewend en ik vind het heerlijk.
H: Het is een cultuur met veel verplichtingen en gebruiken.
Vietnam is een druk en gezellig land. Vietnamezen zijn heel zorgzaam.
4. Wat voor beeld had je van Nederland/Nederlanders?
J: Ik ben in Rijnsburg midden tussen de tulpenbollen geboren.
Ik heb nu ook al wat van de wereld gezien maar Nederland is mijn thuis. Het
klimaat is heel prettig: niet te heet in de zomer en ook niet te koud in de
winter. Nederlanders zijn heel open en vrij.
H: Het is een druk land waar er altijd haast en stress is.
Wat wel prettig is is dat je je niet echt zorgen hoeft te maken over je levensonderhoud.
Nederlanders proberen heel veel te plannen. Hun manier van doen en uitdrukken
is heel direct. Dat vind ik wel fijn, want dan weet je waar je aan toe bent.
5. Wat vond je leuk aan Suriname/Surinamers?
J: In Suriname heb je een makkelijk leven als je geld hebt.
Je kunt er van alles doen. De natuur is heel mooi. Het eten is lekker. Je kunt
makkelijk met de mensen opschieten.
H: Surinamers zijn makkelijk in de omgang. In het land zijn
de huizen groter met een groot erf rond het huis. Het eten is heerlijk.
6. Wat vond je leuk aan Vietnam/Vietnamezen?
J: Vietnamezen zijn zeer beleefd en correct. Ze respecteren
hun ouders en voorvaderen. Dit zie je helaas niet meer zoveel in Nederland.
Vietnam zag ik als een mogelijke vakantiebestemming samen met mijn vriend. De
plannen waren er maar het is er nooit van gekomen.
H: Vietnam biedt veel mogelijkheden en het uitgaansleven is
leuk. De mensen zijn behulpzaam.
7. Wat vond je leuk aan Nederland/Nederlander?
J: De kleinschaligheid is leuk. Niet alleen hoe de steden zijn
georganiseerd maar ook de bereikbaarheid. Je bent zo in Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag of op het strand als je in de randstad woont. Hier kun je van alles
vinden, van elke cultuur wel wat. Nederland heeft goede medische voorzieningen
en een goede hulpverlening en Nederlanders zijn gezellig.
H: Het weer in Nederland is telkens anders. Ik geniet van de
mooie stranden. Nederlanders zeggen waar het op staat.
8. Waar ergerde je je aan Suriname/Surinamers?
J: Suriname zou een rijk land moeten zijn. Het is heel triest
dat het niet gelukt is om dat op te bouwen. De mensen kunnen het niet goed organiseren.
H: Afspraken komt men wel na maar dan wel op het laatste moment.
Het is moeilijk om een afspraak op een bepaald tijdstip te maken. Communicatie
is erg informeel. Voor familiefeesten worden nooit uitnodigingen de deur uitgedaan,
zelfs geen telefonische uitnodiging.
Het is normaal dat je dit via via te horen krijgt. Wat helemaal raar is dat
de gasten ook weer gasten meenemen.
9. Waar ergerde je je aan Vietnam/Vietnamezen?
J: De armoede van een land is nooit leuk om mee te maken. Corruptie
in het land is heel slecht voor de ontwikkeling van een land. Het zorgt ervoor
dat buitenlandse ondernemingen en investeringen wegblijven. Vietnamezen tonen
weinig emotie. Het is moeilijk om in te schatten wat er in hun omgaat. Verder
willen ze graag alles zelf doen. Dat is niet verkeerd. Maar als je er echt niet
uitkomt dan moet je ook weten wanneer je moet ophouden en toch hulp gaan zoeken.
Vietnamezen zijn heel gesloten. Trots zijn is heel goed maar ook hier zijn grenzen
aan.
H: De vele verplichtingen. Als je iets op je eigen manier wil
doen dan nemen de mensen je het kwalijk. Wat het land betreft: de drukte en
het stof; de bedelaars op straat; de armoede.
10. Waar ergerde je je aan Nederland/Nederlanders?
J: Bureaucratie en regeltjes zijn er in overvloed. Nederlanders
zijn opportunisten het zijn echte kooplui. Ze zeilen met alle winden mee. Zelden
zullen ze het voortouw nemen. Dat klinkt door in hun buitenlandse politiek.
De houding van de Nederlanders is mat. Men wil iedereen tevreden stellen. En
klagen kunnen ze als de beste.
H: De kou en het snel donker worden in de winter. De Nederlanders
roddelen teveel.
11. Vertel iets over de reden waarom je ouders zich in Nederland zijn
gaan vestigen?
J: Mijn vader studeerde medicijnen en wilde zich specialiseren.
Dat kon alleen maar in Nederland. Na de onafhankelijkheid van Suriname heeft
hij gekozen voor Nederland. Dat was nog net voor de 8 december-moorden en de
staatsgreep.
H: Mijn vader werd gedeporteerd naar de onontgonnen gebieden.
Zijn eigen huis werd in beslag genomen omdat hij voor de Amerikanen had gewerkt
tijdens de Vietnam-oorlog. Hij kon niet vrij leven en omdat hij een “ fout”
verleden had, was er voor zijn kinderen ook geen toekomst. Daarom is hij (met
de boot) gaan vluchten en in Nederland terecht gekomen.
12. Welke taal sprak je toen je nog thuis woonde?
J: Nederlands is de officiële taal in Suriname. Neger-Engels
(taki-taki) werd wel door mijn ouders gesproken, vandaar dat ik het versta.
Praten doe ik het niet omdat het heel raar klinkt.
H: Vietnamees
13. Wat waren de grootste problemen in het dagelijkse leven (thuis,
school, studie, werk, enz.) als tweede generatie in Nederland? En hoe ging je
ermee om?
J: Je moest altijd beter zijn dan de Nederlanders. Niet alleen
met cijfers maar ook netter qua kleding en beleefder in gedrag. Dat kreeg je
van huis mee. Gelukkig waren mijn ouders er om mijn broertje en mij te steunen.
Zij waakten er ook altijd voor dat we gelijk werden behandeld. Zelf had ik er
geen erg in dat ik er anders uitzie. Later werd het mij wel steeds duidelijker,
dat de mensen je toch als een buitenlander zien.
H: Het grootste probleem was om de weg te vinden tijdens mijn
studie. Mijn ouders kenden de gang van zaken niet. Op jonge leeftijd moet je
dan zelf uitzoeken wat je moet doen.
Ik kwam hier op 15 jarige leeftijd. Thuis wordt er van je verwacht dan je de
Vietnamese gebruiken kent en in acht neemt.
In het begin was het erg problematisch om werk te vinden vanwege onze uitspraak.
Omdat je de Nederlandse taal niet erg vlot beheerste, twijfelen de Nederlanders
dan aan je kunde.
14. Heb je hierbij hulp gekregen? Zo ja, van wie? Zo nee, waarom niet?
J: Ik heb heel veel geleerd van mijn ouders. Op welke dingen
je moet letten. Nederlands kunnen dingen heel 'fijntjes' zeggen.
H: Op school waren er wel vriendelijke docenten die behulpzaam
waren bij het bijspijkeren van de Nederlandse taal. Maar uiteindelijk was ik
toch op mijzelf aangewezen. Tijdens het werk moet je je wel bewijzen.
15. Was het ook leuk om als tweede generatie in Nederland op te groeien?
Kun je een paar voorbeelden noemen?
J: Ja, omdat je anders bent, breng je toch wat anders mee.
Je bent bijzonder. Het is ook wel leuk om mensen verbaasd te zien kijken dat
je vloeiend Nederlands spreekt.
H: Het is leuk om twee culturen te kennen. Je kunt beslissen
wat je overneemt uit een cultuur. De directheid van de Nederlanders vind ik
prettig. De familieband van de Vietnamezen vind ik goed.
16. Bij welke cultuur voelde je je het meest thuis (Vietnamese, Surinaamse
of Nederlandse)? Waarom?
J: De Surinaamse geeft je toch een gevoel dat je onder ons
bent. Je bent dan met lotgenoten.
H: Dat is moeilijk te beantwoorden. Ik stond echt tussen twee
culturen: de Vietnamese en de Nederlandse cultuur.
17. Was er nog sprake van aanpassingsproblemen of was je zo goed als
geïntegreerd in Nederland? Waaraan merkte je dat?
J: Je weet dat Nederland jouw land is en dat je er samen iets
van moet maken. Je moet je alleen openstellen naar de Nederlanders en zeker
geen cultuur in een cultuur vormen. Alleen wanneer we de barrières tussen culturen
wegnemen, dan is er sprake van goed integreren.
H: Een vreemde taal zorgde wel voor problemen met het maken
van proefwerken. Het kost je meer energie en tijd. Het praten met vrienden gaat
makkelijker als je dezelfde achtergrond hebt.
18. Waar geloofde je in en kon je je geloof in Nederland praktiseren?
J: Ik ben katholiek. Ja, ik ben dankbaar dat Nederland een
vrij land is. Helaas verliest het christendom in Nederland toch wel terrein.
Ik vind het wel opmerkelijk dat mensen in het algemeen minder religieus zijn.
Misschien komt dat door de moderne tijd waarin mensen teveel en kritiekloos
informatie “consumeren” in plaats van de informatie naar waarde te schatten.
Men verliest de essentie van het leven uit het oog.
H: Ik ben katholiek. In Vietnam kun je altijd naar de kerk.
In Nederland is het niet mogelijk omdat je doordeweeks moet werken.
19. Wat waren jouw ontspanningsbezigheden?
J: Vroeger was ik veel bezig met sport. Dit is helaas ook de
reden dat ik het nu rustiger aan moet doen. Muziek luisteren en computeren zijn
grote hobby’s. Autorijden vind ik heel leuk. Wegens mijn grote familie zijn
er feesten te over.
H: Winkelen, naar feesten gaan en uitgaan (bioscoop), fietsen
en wandelen.
20. Wat was jouw levensmotto?
J: Maak nu plezier want ellende komt van zelf!
H: Als je iets zelf kunt doen, doe dat dan ook. Wees niet afhankelijk
van anderen en probeer het zo ver mogelijk te schoppen.
Vertel iets over jullie huidige leven samen
21. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen. Wat was je eerste indruk
van elkaar?
J: Eigenlijk waren die avond wel 1000 en 1 reden om wat anders
te gaan doen dan met Hang uit te gaan. Op het laatste moment hebben mijn Vietnamese
vriend en ik besloten toch maar niet dat ene ritje op de boulevard te maken
maar uit te gaan met onze wederzijdse vriendin en Hang. Ons was verzocht haar
rond te leiden, want ze was nog maar net in Den Haag. Wat een knappe meid stapt
er in mijn bus. Sinds die dag viel alles bij mij op zijn plaats. Ze was heel
zorgzaam. Hoe kon het ook anders ze was een echte zuster.
H: Via een kennis hebben we met vrienden een afspraak gemaakt.
Jules kwam over als een rustige en aardige jongen.
22. Jullie zijn inmiddels bijna 6 jaar getrouwd. Hebben jullie daarvoor
nog samengewoond? Hoe reageerden je ouders en je omgeving daarop?
J + H: April 1997 hebben we elkaar ontmoet. Augustus wisten
wel al dat we echt met elkaar verder wouden. April 1998 hebben we ons verloofd.
Een paar maanden voor het huwelijk zijn we samen gaan wonen. De ouders van Hang
wisten het niet. Mijn ouders wisten het wel. Mijn moeder had anders gewild,
eerst trouwen en dan pas samenwonen. Ze heeft hier echter nooit een probleem
van gemaakt. Maar het was voor ons gewoon praktischer om voor je trouwen al
een nestje te bouwen, daarom zijn we samen gaan wonen. Op 10 oktober 1998 zijn
we getrouwd.
23. Zijn jullie bij het organiseren van de bruiloft nog tegen praktische
problemen aangelopen? Welke waren dat? En hoe gingen jullie ermee om?
J + H: Qua geloof zijn we eensgezind en dat maakt het wel makkelijk.
Het is de Vietnamese traditie dat de familie van de bruidegom de bruiloft regelt.
Natuurlijk wilden wij de traditie van Hang's familie respecteren. Alleen moest
ik dat wel overbrengen aan mijn ouders. Waarschijnlijk kwam niet alles even
goed over. Zo moesten mijn ouders naar Zwolle om de hand van Hang te vragen.
Ik was gewend om achterom het huis binnen te gaan. Dat deden we dus ook. Dat
vonden de ouders van Hang wel vreemd. Ook is het de Vietnamese gewoonte dat
alle gasten bij feesten aan tafel kunnen zitten. Wij Surinamers willen alleen
maar dansen en eten. Ik denk dat tijdens onze bruiloft de Vietnamezen zich wel
heel veel moesten aanpassen om zich in het feestgedruis staande te houden.
24. Hoe voorzie je jezelf nu in het levensonderhoud?
J: Ik werk nu voor een bedrijf als software engineer dat een
programma maakt voor bemiddelaars van verzekeringsmaatschappijen. 7 Grote verzekeraars
maken gebruik van deze webapplicatie. Het is momenteel erg druk. We moeten projecten
afronden voor een testfase.
H: Ik werk bij MCH Haaglanden. Vorig jaar oktober heb ik mijn
dialyseverpleegkundige diploma gehaald. Dit jaar is er een nieuwe regeling dat
we naar cursussen gaan om punten te behalen.
Lichamelijk is het geen zwaar werk en goed te combineren met een gezinsleven.
De minder leuke kant is dat je patiënten goed kent. Ze komen 2 tot 3 keer per
week langs. Als zij overlijden dan is het net als of een dierbaar iemand van
je wegvalt. Emotioneel is het zwaarder dan op een gewone verpleegafdeling.
25. Wat voor beeld heb je nu van Suriname/Surinamers?
J: Suriname zal nooit een economisch rijk land worden. Het
ontbreekt de mensen aan organisatorisch vermogen. Verder zijn er niet genoeg
(capabele) mensen om het land te ontwikkelen. Ik geloof dat er minder dan één
miljoen inwoners zijn. Surinamers zijn leuke mensen om mee uit te gaan.
H: In het ziekenhuis in Den Haag kom ik regelmatig in contact
met Surinamers. De omgang met sommige groepen uit de Surinaamse cultuur is niet
altijd even prettig. Voordat ik Jules leerde kennen had ik nauwelijks contact
met de Surinamers. Tijdens mijn bezoek aan Suriname zag ik dat het een rustig
land is met veel groen en ruimte.
26. Wat voor beeld heb je nu van Vietnam/Vietnamezen?
J: Vietnamezen zijn eenvoudige mensen. Ze zijn tevreden met
wat ze hebben. Ze zijn erg traditioneel, dit geldt zeker voor de eerste generatie.
Het zijn hard werkende mensen.
H: De laatste tijd heb ik minder contact met Vietnamezen.
Mijn ouders zijn nu ook wel makkelijker. Het lijkt erop dat de oudere generatie
zich ook aanpast aan de vrije Nederlandse cultuur.
27. Wat voor beeld heb je nu van Nederland/Nederlanders?
J: Je kunt wel zeggen dat er veel regeltjes zijn, maar dat
zorgt er ook voor dat het helder is zodat je weet waar je aan toe bent.
De multiculturele samenleving vind ik bijzonder. Het fruit en eten van de andere
cultuur vind ik spannend. Hoewel Nederlanders ruimdenkend zijn, letten ze toch
wel heel erg op hun eigen hachje. Ze willen graag helpen maar zolang het hen
maar niets kost.
H: Ik ga nu wel makkelijker om met hen. Deels komt het doordat
ik de Nederlandse taal beter beheers en deels komt het doordat je ouder wordt.
Verder zit je langer in het vak en voel je je zekerder.
28. Wat vind je leuk aan Suriname/Surinamers?
J: Suriname is een mengelmoes van culturen. De grootste bevolkingsgroepen zijn
Creolen, Hindoestanen, Javanen en Chinezen. Het leuke is dat ze met alle culturen
meefeesten. De natuur is heel mooi. Het eten is lekker. Surinamers lijken wel
op Vietnamezen als neerkomt op oplossingen aandragen. Ze zouden en moeten iets
voor elkaar krijgen. Misschien gaan de Vietnamezen wat fijner/voorzichtiger
te werk.
H: Surinamers weten hoe ze moeten feesten. Je hoeft ze maar
te zeggen waar het eten en drinken staat en ze vinden hun weg wel.
29. Wat vind je leuk aan Vietnam/Vietnamezen?
J: Het is een land dat echt verder wil, alleen ze moeten nog
wat obstakels nemen. Het zijn allemaal ondernemende mensen. Velen hebben een
eigen handeltje om wat te verkopen. Je ziet het ook aan de mensen op straat
hoe ze werken voor de kost en wat voor constructies ze maken om dingen te repareren.
H: Niets in het bijzonder.
30. Wat vind je leuk aan Nederland/Nederlander?
J + H: Het oranje-gevoel. Hoe iedereen mee leeft met de prestaties
van het Nederlandse elftal. Hoe dat mensen bij elkaar brengt. We zijn een echt
klein land.
31. Waar erger je je aan Suriname/Surinamers?
J: Hang zal zeker ons taalgebruik aanhalen. Waarschijnlijk
is dit een overblijfsel van de koloniale overheersing. Waar meesters in gebiedende
wijs tegen hun slaven spraken. Dit heeft de bevolking overgenomen. Zeker voor
de zeer gevoelige Vietnamezen is dit iets om toch rekening mee te houden.
H: Surinamers spreken graag in gebiedende wijs. Daar kan ik
echt niet tegen. Verder worden dingen vaak op het laatste moment of spontaan
geregeld. Ik zou het graag meer willen plannen of eerder willen weten.
32. Waar erger je je aan Vietnam/Vietnamezen?
J: De corruptie van het land vind ik ergerlijk.
Misschien wel het over-correcte gedrag. Dan kun je je wel afvragen of dat wel
negatief is. En misschien is het wel juist de bedoeling van dat gedrag om correct
over te komen (dan is de cirkel weer rond).
Ergeren aan een Vietnamese? Daar kan ik mij niets bij voorstellen. Ze zijn heel
zachtaardig en hebben vaak goede bedoelingen.
H: Niets in het bijzonder.
33. Waar erger je je aan Nederland/Nederlanders?
J: Ze kunnen praten om te praten. Nu zal dat ook wel voor een
deel aan mij liggen, want ik ben niet iemand om gezellig mee te praten. Ik hou
het graag kort en zakelijk. Ellenlange vergaderingen zijn niet aan mij besteed.
Ik steek liever de handen uit de mouwen. Het gematigde karakter van Nederland.
Durf toch een standpunt te nemen.
H: Het roddelen.
34. Welke taal/talen spreken jullie nu thuis?
J + H: We spreken Nederlands thuis. Wel probeert Hang nu bij
Michel, de jongste, net twee maanden oud, Vietnamees te praten. Hopelijk kan
hij dan wel beter communiceren met haar ouders.
35. Wat zijn de grootste problemen in het dagelijks leven als “kind”
van drie culturen? En hoe ga je ermee om?
Geen
36. Krijg je hulp hierbij? Zo ja, van wie?
Niet van toepassing.
37. Wat zijn de leuke kanten om “kind” van drie culturen te zijn?
J: Het is leuk om andere culturen te leren kennen. Zeker de
Vietnamese met heel veel symboliek, zoals de huwelijks- en verlovingsceremonie.
Ook het zingen van de Vietnamezen is bijzonder tijdens een officiële gebeurtenis
of gewoon tijdens het karaoke.
H: Je komt niet snel voor verassingen te staan. Je kunt uit
die drie culturen gewoonten overnemen die het beste bij jou past.
38. Bij welke cultuur/culturen voel je je nu het meest thuis (Vietnamese,
Surinaamse of Nederlandse)? Waarom?
J: Toch bij de Surinaamse. Er is altijd een ongedwongen sfeer.
De Nederlandse cultuur is keihard en afstandelijk. Het formele karakter van
de Vietnamese staat mij wel aan maar hoe kun je je daarbij op je gemak voelen.
H: Bij de Nederlandse. Als je Vietnamezen van de oude generatie
te tegen komt, dan moet ik echt op mijn woorden letten.
39. Is er nu nog sprake van aanpassingsproblemen of ben je zo goed
als geïntegreerd in Nederland? Waaraan merk je dat?
J: Omdat ik hier geboren en opgegroeid ben, voel ik mij Nederlander.
Voor mij is het geen kwestie van aanpassen of integreren, omdat ik er één van
ben. Ik hoop alleen dat anderen mijn zwart haar en bruine huidskleur accepteren.
Dat maakt mij een bijzondere Nederlander.
H: Je merkt wel dat je een taalachterstand hebt. Je hebt bij
alles meer tijd nodig.
40. Wat zijn jouw ontspanningsbezigheden?
J: Computeren. Helaas is mijn wederhelft niet weg van rijden.
We kunnen wel samen genieten van een wandeling op het strand. En natuurlijk
met de kinderen uit. Stephan van 3 jaar kijkt graag naar vliegtuigen en treinen.
H: Ik hou van wandelen en tuinieren.
41. Wat is jouw levensmotto?
J: Je kunt heel veel slechte dingen doen maar minstens zoveel
goede, waarom dan niet voor het goede kiezen. Het leven is te kort om ruzie
te maken.
Alleen door wrijving (poetsen) wordt iets mooi. Dacht ik vroeger dat je elkaar
de ruimte moest geven en moest accepteren wie de ander is, denk ik er nu ook
anders over. Ik denk dat dat toch een te ontwijkend en passief gedrag is. Je
kunt door confrontatie elkaar beter leren kennen en dat opent de weg naar een
harmonisch leven.
H: Wees onafhankelijk en probeer wat te betekenen in de maatschappij.
Probeer je steentje bij te dragen hoe klein dan ook. Probeer goed te zijn voor
de mensen.
42. Hoe vaak eet je nu zoals je vroeger thuis at? En wat voor gerecht(en)
is(zijn) dat? En wat is jouw lievelingsrecept? En hoe vind je partner het?
J: Ik kook graag, alleen is het zoveel makkelijker als Hang
kookt. En ze kan heel goed koken. We eten heel gevarieerd. We eten doorgaans
rijst met groente en vlees. Bruine bonen met rijst kan ze ook lekker maken.
Maar we eten ook geregeld Hollandse kost zoals andijvie stampot of hutspot met
wortelen en spek. Of spaghetti met tofu in tomatensaus.
H: Hetzelfde als vroeger, alleen nu we minder tijd hebben vanwege
kids kook ik eenvoudiger. Het komt neer op witte rijst met roerbakken of gekookte
groenten met vlees. Maar af en toe is het ook spaghetti of gekookte aardappelen
met rundvlees of spek. Hutspot met wortelen of andijvie. Mijn lievelingsgerecht
is gekookte groente met ei en vissaus. Jules noemt dat gevangeniseten maar ik
vind het heel smakelijk.
43. Waarin vind je dat je anders bent dan andere Vietnamezen, Surinamers,
Nederlanders?
J: We zijn beleefder dan Nederlanders.
H: Mijn familieband is sterker dan de meeste Nederlander die
kennen. Op mijn werk heb ik veel contact met Nederlanders. Ik ben veel vrijer
geworden dan de meeste Vietnamezen. Ik ben meer teruggetrokken en minder uitbundig
dan een Surinamer.
44. Waarin lijk jij op andere Vietnamezen, Surinamers, Nederlanders?
J: Van mijzelf uit ben ik al direct en plan ook graag dingen
net als de Nederlanders. Net als de Vietnamezen ben ik zorgzaam. Als ik bij
iemand kom wil ik graag mee helpen en ik weet meestal direct wat ik kan doen
om te helpen.
H: Niets specifieks
45. Waar geloof je nu in en kun je je geloof in Nederland praktiseren?
J: Ik geloof in God. Ja, overal is er wel een katholieke kerk.
H: zie vraag 18.
46. Vind je belangrijk om iets aan de Vietnamese/Surinaamse/Nederlandse
taal en cultuur en politiek te doen? Zo ja, wat doe je op dit moment daaraan?
Zo nee, waarom niet?
J: Niets specifiek
H: De Vietnamese cultuur staat nu ver van mij af. Vroeger heb
ik wel actief deelgenomen in Vietnamese koren en hulp bij Vietnamese bijeenkomsten.
Ik zou graag toch nog meer doen aan mijn Nederlandse taal, omdat toch het milieu
is waarin je leeft. Zoals eerder gezegd, mijn gezinsleven is momenteel zeer
druk en dan schiet dat er bij in. Ik probeer wel trouw de krant te lezen.
47. Hebben jullie Vietnam/Suriname bezocht? Hoe vaak?
J + H: We zijn samen één maal naar Suriname geweest. Het was
maar een kort bezoek. Het is een mooi land. Het is er rustig en het weer is
aangenaam. De mensen zijn gastvrij en gezellig. Naar Vietnam zijn we samen twee
keer geweest. We zijn toen door Midden- en Zuid-Vietnam getrokken. We zouden
graag nog naar Hanoi willen gaan.
48. Vinden jullie zelf dat jullie een geslaagd “geïntegreerd” huwelijk
hebben? Waarom?
J + H: In veel opzichten komen onze culturen overeen. Onze
familieband is zeer hecht en we respecteren onze ouders en oudere personen.
Maar als je het over integratie hebt dan heb je het natuurlijk over de dingen
die botsten en hoe je daarmee omgaat. Het formele van de Vietnamezen is echt
heel moeilijk voor mij maar uit respect voor Hang en haar familie heb ik het
toch moeten aanwennen. Ik kan dit natuurlijk niet verwachten van mijn kant van
mijn familie. Ik merk wel dat ook vanuit de familie van Hang ook een handreiking
naar mij gedaan wordt. Ik ben gewend mijn moeder met een kus te begroeten en
dan mag ik ook bij mijn Vietnamese moeder.
49. Is het leven nu rijker of ondragelijker geworden en waardoor komt
het?
J: Ik ben blij dat ik Hang heb leren kennen. Mijn horizon is
veel groter geworden. Als ik naar mijn schoonouders ga dan ben ik echt even
weg in een andere wereld.
H: De informele aard van de Surinaamse cultuur zorgt ervoor
dat ik me op mijn gemak voel bij de familie van Jules.
Vertel iets over je plannen voor de toekomst
50. Overweeg je wel eens om in Vietnam/Suriname te gaan wonen? Waarom?
J + H: Dromen mag/moet maar als je erover nadenkt dan is het uitgesloten. Alleen
al vanwege het klimaat zou ik het niet aan kunnen. Ik kan de zon slecht verdragen.
Verder zijn de medische voorzieningen bedroevend.
Hang vindt de gezelligheid van Vietnam erg leuk en in Suriname vindt ze de huizen
groot en ruim opgezet. Ook de rust en het klimaat van Suriname vindt ze prettig.
Het zijn twee leuke vakantielanden.
51. Vind je belangrijk dat je kinderen straks iets aan de Vietnamese/Surinaamse/Nederlandse
taal en cultuur doen? Waarom?
J + H: Er gaat niets boven ons gezinsleven. We willen ze bijbrengen
dat ze klaar moeten staan voor elkaar en het respect moeten hebben voor ons
zoals wij onze ouders respecteren. Ze zullen zich in de Nederlandse maatschappij
staande moeten houden. Daarom willen we ze met de Nederlandse cultuur en taal
opvoeden. Hoe meer culturen ze kennen des te mooier en interessanter het leven
wordt. Holland is dan een prachtig land om in op te groeien.
52. In welke taal, cultuur en land zou je je kinderen het liefst willen
opvoeden en laten opgroeien? En welke normen, waarden, denkbeelden zou je beslist
aan je kinderen willen meegeven?
Zie boven.
53. Waar zou je het liefst je oude dag willen doorbrengen? Waarom?
J + H: Heerlijk reizen tussen onze landen. Gelukkig kun je
een jaar in drieën delen.
Tot slot
54. Heb je tips voor aanstaande (bruids)paren die aan het begin staan
van een “kleurrijk” huwelijk?
J + H: Je moet je echt verdiepen in de gewoonten van de andere
cultuur. Niet alles zal samengaan en dan is het zaak hoe je daarmee omgaat.
Je zult elkaar daarin de ruimte moeten geven en elkaar accepteren. En dat kun
je alleen maar door erover te praten en de confrontatie aan te gaan.
55. Zijn er nog andere zaken die je van het hart wilt?
J + H: Het was leuk om deel te nemen aan dit interview. Het
zet je toch aan het denken over dingen die je als vanzelfsprekend aanneemt.
Je leert dingen weer waarderen.
Je hebt de lezers van Cái Đình deelgenoot gemaakt van je wereld. Hartelijk dank daarvoor. Cái Đình wenst je een rijk cultureel leven toe.
Aan de lezers van Cái Đình:
Wilt u reageren op deze interviews dan kunt u uw reactie mailen naar:
info@caidinh.com
Uyên Lu
Juni 2004