Cocktail - En Andere Verhalen
Cocktail - En Andere Verhalen
Korte verhalen van Di Li, een Vietnamese schrijfster, vertaald door Dick Gebuys
Een woord vooraf over de schrijfster
Di Li en Dick Gebuys bij de presentatie van het boek 'Cocktail' in Rotterdam, 27.02.2016
Nguyen Dieu Linh, geboren in 1978, is beter bekend onder haar pseudoniem Di Li. Ze kwam ter wereld in Hanoi en groeide ook in die stad op. Di Li heeft een groot deel van haar jonge levensjaren gewijd aan het studeren. Ze heeft twee bacheloropleidingen gevolgd, één in de Engelse taal en één in de Duitse taal aan de Universiteit van Hanoi en ze deed een Masterstudie Pedagogie aan de Nationale Universiteit in de Pedagogie in Hanoi. Ze werkt nu als lerares Engels aan het Opleidingscollege voor Handel en Toerisme in Hanoi. Ze werkt ook op het terrein van public relations en op freelance basis als columniste voor verschillende tijdschriften. Ze is lid van de Vietnamese Schrijversbond sinds 2010, van de Hanoise Schrijversbond sinds 2011 en van het Verbond voor Schrijvers en Vertalers in Azie en de Pacific sinds 2012.
Di Li maakte haar debuut als schrijfster in de krant 'Student' met een kort verhaal met de titel van 'Een man met twee gezichten.' Ze heeft tot nog toe elf boeken gepubliceerd en werd vooral bekend door 'De boerderij met de rode bloemen,' dat beschouwd kan worden als de eerste mysterieuze griezelroman in Vietnam. De Yomiuri Shimbun zei hierover Di Li: "De hoge verkoop cijfers van dit soort boeken hebben aangetoond dat Vietnamese lezers zaten te wachten op een eigen mysterieuze griezelroman en niet alleen op die van schrijvers uit het buitenland"
Aan Di Li werd in 2006 de derde prijs toegekend in de wedstirjd die het Militaire Tijdschrift voor Literatuur en Kunst uitschreef, met twee van haar korte verhalen: 'Mijn leerlingen de plaaggeesten' en 'Cocktail'. Zij kreeg de derde prijs voor 'De boerderij met de rode bloemen', in de Literatuurwedstrijd die in 2010 door het tijdschrift van de Uitgeverij van de Volkspolitie werd georganiseerd.
'Cocktail' geschreven in 2006, gaat over het tragische lot van jonge mensen die in onze moderne samenleving op zoek zijn naar geluk en naar waarden en normen. Ze zijn soms in de war over zulke kernwaarden als oprechtheid, schoonheid en goedaardigheid. Op hun zoektocht worden Di Li's hoofdrolspelers met hun rug tegen de muur geduwd, wordt hun geen andere keus gelaten, dan die van het najagen van extremiteiten, maar concluderen ze dan uiteindelijk, dat ze de maatschappij moeten terugbetalen wat ze aan morele schuld op zich geladen hebben. Di Li zegt dat ze van mening is dat ieder mens goed en kwaad in zich draagt, en dat een voortdurend innerlijk gevecht hiervan het gevolg is, een soort van morele 'cocktail' tussen het goede en het kwade.
***
Uit: Di Li en haar wereld in de korte verhalen
11. Vertalen
Mijn eerste voorzichtige vertaling gold Roumpha (1). Een novelle over een jonge Combodjaanse vrouw, officier in de Khmer Rouge, die ik samen met Jan Montijn (2) geschreven had. Een romantisch maar tegelijk een wreed verhaal. Ik vertaalde die story ook in het Engels. Ik was daar niet ontevreden over, maar Jan's vrouw Hi-en die vertaalster was, deed het toen vóór de publicatie nog eens dunnetjes over. Daardoor kreeg ik het gevoel dat het een heel andere tekst geworden was.
Vervolgens vertaalde ik Marcellus van de bekende Vlaamse schrijver Jef Geeraerts in het Engels, voor deelnemers aan een conferentie waar ook Jef Geeraerts te gast zou zijn (3). Ik zie me nog worstelen aan die tekst computer in de aanslag, drie woordenboeken op mijn werktafel, maar het eindresultaat viel geloof ik best mee. Jef Geeraerts was blijkens zijn reactie nochtans zeer ingenomen met mijn werk.
Tussendoor vertaalde ik ook regelmatig eigen gedichten in het Engels. Maar dat is wel iets anders. Daar permitteer ik me meer, omdat het mijn eigen tekst is. Daar ontdek ik varianten die zich in de andere taal aanbieden die de toon of de zeggingskracht op een interessante manier veranderen of liever nog versterken. Een dichter zoekt voortdurend naar woorden. Naar net die woorden die pakken wat hij bedoelt. Het is dan prachtig om te ontdekken dat je in een andere taal hetzelfde kunt zeggen, sterker nog, dat je dit beter kunt doen.
Zo werkte ik in 1996 aan 'Cape Blomidon', gedichten warvan de meeste hun oorspron vonden in Nova Scotia, Canada. Op Cape Breton Island, in Idian Reserve Shubenacadie, in de wereld van de Native American. En ik schreef in 2011 en 2012 'It just looks as if you touch things now', de volledige vertaling van een reeks gedichten waarvan de bron vooral in Vietnam ligt, het land waaraan ik sinds 2004 mijn hart verpand heb.
Mijn eerste vertaling uit het Engels waren enkele gedichten van Cao Xuan Tu, die later in een klein boekje kwamen - Een Ogenblik - gedichten (4)(5). Ik begon in de herfst van 2013 zomaar spontaan een verhaal van Di Li te vertalen. Om dat te kunnen plaatsen in een klein krantje dat ik voor de gemeente Voerendaal in Zuid-Oost-Limburg maak (6). Zo konden ook anderen kennis maken met het werk dat ik zo ben gaan bewonderen.
Ik koos voor 'Een waargebeurde verhaal'. Maar toen dat gelukt was had ik honger naar meer. En ging ik het ook eens proberen met 'mijn leerlingen, de plaaggeesten'. En toen vroeg Di Li me: "Wil je al mijn verhalen uit 'The black diamond' niet vertalen? Dan vraag ik mijn uitgever of hij dat wil uitgeven." En zo gebeurde dat dus. Met dit boek nu als eindresultaat. Vertalen is inderdaad worstelen, zwoegen, om en om denken en bewegen in twee talen.
Je moet steeds maar weer het juiste woord weten te vinden, in net die situatie, passend bij die cultuur waaruit de tekst komt. Je moet de tekst juist kunnen begrijpen vanuit die andere cultuur. Je moet dus voortdurend proberen te werken binnen een specifieke context die niet die van jou is. Woorden kiezen, nadenken, lezen, herlrzen, schrappen, nieuwe woorden kiezen, herschrijven zonder teveel te wijzigen, hardop lezen, nog eens lezen, door je hoofd laten spelen, uiteindelihk kiezen, aarzelen, maar toch laten staan.
Daarbij heb ik gelukkig kunnen teren op de rijke ervaring die ik op mijn vele (inmiddels 30) reizen naar Vietnam heb opgedaan, op de vele dagen (inmiddels zo'n 420) die ik tussen de Vietnamese mensen heb doorgebracht en op de vele boeken van, over en uit Vietnam die ik in al die jaren gelezen heb (waarbij ik zeker het werk van Huu Ngoc moet noemen) (7) Waar ik de lezer ook meer begrip gunde dan in de woorden zelf geboden wordt, heb ik een voetnoot toegevoegd. Maar ik moest natuurlijk ervoor blijven zorgen dat mijn Nederlandse lezers begrepen wat Di Li en ik wilden vertellen! Om wat ik hier probeer te zeggen uit te leggen, pak ik het verhaal 'Mijn leerlingen, de plaaggeesten' erbij, in het Engels My mischievous students. "Maar," zo had Di Li mij verteld, "ik wou de wereld van de geesten ook in die titel laten terugkomen."
Daarom koos ik in de titel niet voor kwajongens, deugnieten of bengels, maar voor het misschien niet zo vaak meer gebruikte maar daardoor wel des te opvallender plaaggeesten. En ik maakte voetnoten om Di Li's ironie ten opzichte van allerlei soorten geesten en demonen door de lezer nader te laten duiden.
Of nog sterker binnen de Vietnamese context in 'Een liefdegeschenk': de jongeman die ziet hoe zijn geliefde hem bedriegt met een meer gefortuneerde patser en die daarom eigenljk moet huilen. Alleen, huilen betekent gezichtsverlies en dat wil zeker een man in Zuid-Oost-Azië liever niet lijden. Stellig niet voor de ogen van een concurrent. Dus dat moet je dan ook verhuld onder woorden brengen. Om zijn schurende gevoel ten opzichte van deze ervaring goed uit te drukken.
Als je spreekt over erotiek en seksualiteit moet je de op dit terrein voorzichtige moraal van Vietnam respecteren. Dit betekent de dingen niet direct onder woorden brengen, geen verplatting in de taal. Zo heb ik ook op andere momenten de waarden en normen en cultuur van het land proberen te respecteren.
Tijdens het schrijven besefte ik herhaaldelij dat humor niet altijd internationaal is en die je dat dus ook niet zomaar kunt vertalen.
En ik leerde ook accuratesse te betrachten. De ketel op de gasvlam, zo herdoopte ik een verhaal dat in het Engels "A lifetime ritual" heette, na overleg met Di Li. Om de voortdurende, eentonige herhaling van een huiselijke handeling in een relatie aan te duiden en ook terug te keren bij de Vietnameze titel. Maar dan moet er dus niet een stukje verder een kookplaat komen die deze ketel verhit. En de waterketel moet wel duidelijk een ketel zijn en geen pan, wat het wel is in het Limburgs, de streektaal van mijn omgeving. Na dit vertaalwerk volgden leesrondes. Verbeteren, opnieuw overwegen, om en om denken, praten, schrappen, terug lezen, oude versie opnieuw noteren, toch weer verbeteren... Om misschien straks na uitgave te ontdekken, dat er toch iets is blijven staan, dat er niet meer had moeten staan... Sommige passages in De bron kon ik niet precies volgen. Ik ben geen golfer en had de steun van specialisten op dat vlak nodig. Gek genoeg heb ik nadien het gevoel dat ik met het vertalen van dit verhaal meer affiniteit met die sport heb gekregen.... Ik snap nu geloof ik meer van, dan na die paar mislukte proeflessen die ik op golfbanen kreeg.
Natuurlijk blijven deze verhalen het werk van Di Li. Maar ik koester het bescheiden gevoel, dat ze ook een klein beetje mijn verhalen geworden zijn. Of zoals Di Li het uitdrukte: "Dick, it's your book too"... En ik hoop ze met mijn werk ook tot uw verhalen te kunnen maken! Wij hadden een voortdurende hotline met elkaar, Di Li en ik. Ik wandelde in mijn vertaalwerk vaak van het Engels via het Vietnamees van Di Li naar het Nederlands dat u nu onder ogen krijgt. Ik ben van zo deze verhalen gaan houden, ik heb het werk van Di Li heel erg lief gekregen. Ik vond het heel plezierig om met deze schrijfster samen te kunnen denken, praten en filisoferen over verhalen. Daaruit is volgens mij een vriendschap gegroeid die nog moeilijk stuk kan raken. Dank daarvoor Di Li.
En dank ook aan je uitgever die het aandurft dit boek te publiceren, in voor Vietn Nam so vreemde taal.
12. Dankwoord van de vertaler
Ik dank Di Li voor de eer die zij mij gaf, haar werk te mogen vertalen. En voor het bijzondere vertrouwen dat zij erin had, dat ik die vertaling ook tot een goed einde zou brengen. Ik dank haar uitgever voor de steun die we daarbij ondervonden. En ik dank Lianne Schuppert, Herman Broekmans en Jos Smeets voor het feit dat ze met een kritisch oog mijn vertaling hebben willen meelezen. En Carel Leussink voor de adviezen die hij me gaf bij enkele voor mijn lastige passages die met de golfsport te maken hebben.
_______
(1) Roumpha, een Cambodjaans verhaal van Jan Montijn verscheen in 1996; tegelijk in het Engels als Roumpha, a Cambodian story of Jan Montyn.
(2) Jan Montijn (in het buitenland Jan Montyn) is één van de bekendste Nederlandse etsers. Over zijn veelbewogen leven schreef Dirk Ayelt Kooiman het boek Montyn. Montijn werkte in Zuid-Oost-Azië vele jaren vooral voor Médicins San Frontières. Met name rond Cambodja probeerde hij oorlogsslachtoffers in vluchtelingenkampen te helpen.
(3) De Ceder-Conference, van Caretakers of Environment International, in 1996, georganiseerd door het Sintermeertencollege op de Abdij van Rolduc in Kerkrade.
(4) Dit boekje verscheen in 2002; Cao Xuan Tu is een Vietnamese schrijver die in Nederland woont. Hij vertaalde ook een reeks Nederlandse klassieke romans in het Vietnamees (oa. van Anne Frank, Harry Mulisch en Louis Couperus).
(5) In Een Ogenblik staan ook gedichten die ik uit het Frans vertaalde. Eerder vertaalwerk uit het Frans betrof een brochure van Kongolese vrouwen in Europa, die het opnamen voor de verdrukte vrouw in het oorloggebied van Oost-Kongo. Daarin ontdekte ik dat het Frans van toen nog veel meer status, niveau kende in de keuze van woorden en formuleringen dan in het Nederlands. Leteterlijke vertaling kwam bij ons zeer stijf en ouderwts over, terwijl het wel veel beter onder woorden bracht wat bedoeld werd. Op het moment lijkt het Frans bijna net zo verplat als het Nederlands. Onder invloed van het Amerikaans, wordt iedere Europese taal kennelijk steeds ééndimensionaler, kaler.
(6) Dit blad heet Onder Ons, het verhaal werd er in de herfst van 2012 gepubliceerd.
(7) Huu Ngoc schreef het meesterwerk 'Wandering through Vietnmese culture' dat in 2004 in een vernieuwde editie werk uitgebracht bij The Gioi Publishers in Hanoi.