Cái Đình


Een land om bij te huilen


Al eeuwenlang zijn buitenlandse schrijvers geïntrigeerd door Nederland en zijn bewoners. Het is een land vol tegenstrijdigheden. De ene keer is het in water gebedde polderlandschap het toonbeeld van rust, dan weer een bron van ergenis. De een ziet de Hollander als de beschaafde flegmaticus bij uitstek, de ander ervaart hem als een ruw en gewelddadig wezen.

In Een land om bij te huilen laten schrijvers Nederland van een veelal ongedachte kant zien, vaak uit eigen aanschouwing, een enkele keer zonder hier ooit geweest te zijn, zoals Baudelaire, die het land in zijn ‘Uitnodiging tot de reis’ als een paradijs schildert. Met dat beeld voor ogen vertrokken de gebroeders Goncourt naar Nederland – en kwamen bedrogen uit.

In dit boek vol water bezingt Huxley het geometrisch landschap, Kundera de schoonheid van de Amsterdamse Oude Kerk, laat Mirbeau zich over smalle dijken Holland binnen rijden, zit Joseph Conrad vast in het ijs, en vertelt Rentes de Carvalho over zijn bestaan als gastarbeider. Schrijvers die de laatste jaren in Nederland zijn komen wonen, zoals Kader Abdolah (uit Iran), Lieve Joris (uit België), Cao Xuan Tu (uit Vietnam) en Duoduo (uit China), uiten hun verwondering over wat ze hier hebben aangetroffen.

Terug naar homepage


Cái Đình - 2004