Nguyen thanh Hung


 

Vo Dinh
in memoriam (1933-2009)

 

Vo Dinh, Ver. Thich Man Giac en Zenmeester Jiun Hogen Roshi

 

 

Het International Zen Center Noorder Poort is in 1996 opgericht als trainingscentrum van het International Zen Institute in de traditie van zenmeester Gesshin Prabhasa Dharma.

Als non heeft zij gestudeerd in Japan en in de Verenigde Staten, o.a. bij de Zenmeester Thich Man Giac. Van hem heeft zij de dharma-lamp gekregen en stond daarmee als de 44ste generatie in de Vietnamese Lam Te traditie.

Zowel het zencentrum als het internationale instituut worden nu geleid door haar opvolgster de zenmeester Jiun Hogen roshi. De Noorder Poort biedt een veelzijdig programma aan voor zowel beginnende als ervaren zenbeoefenaren. De logo van dit kloostergemeenschap in het prachtige landschap van Drente is alfkomstig van Vo Dinh. Het was oorspronkelijk een illustratie bij een gedicht van Thich Man Giac aan Gesshin Prabhasa.

*****

 

 

 

 

Vo Dinh en zijn schilderij 'Lua Tue'Vo Dinh is geboren in 1933 in Hue, Vietnam. Zijn schilderijen en houtsneden zijn tentoongesteld in Azië, Europa en Noord Amerika in meer dan 50 solotentoonstellingen en groepstentoonstellingen. Daarnaast, heeft hij als auteur, vertaler en illustrator meer dan 40 boeken op zijn naam staan. Één werk hiervan is de gedichtenverzameling van Prabhasa Dharma Zenji en Thich Man Giac met de illustratie van een kloosterling met wandelstok, in wijd habijt. Het is inderdaad de bekende logo van Noorder Poort.

De eerste keer dat ik Vo Dinh ontmoette was tijdens de zomerretraite 1985 in Plum Village, Zuid-Frankrijk. Die kloostergemeenschap was net een jaar daarvoor opgericht door Thich Nhat Hanh. Die kende Thich Man Giac en Vo Dinh goed en werkte met ze samen. De meditatiehallen (zendo) waren nog allemaal nieuw, met de typische stenen muren. De houten vloeren roken nog naar hars en houtlak. Het was een warme, prachtige zomer. Ik zat toen in het 2e jaar van de kunstacademie en hielp hem graag met al zijn activiteiten in de retraite. Dat schiep een band en was het begin van een lange vriendschap die helaas dit jaar in maart afliep, toen Vo Dinh, na een langdurig ziekbed in Florida, Amerika, is overleden. Volgens zijn vrouw, de schrijfster en dichteres Lai Hong, had hij dapper de laatste pijnlijke dagen ondergaan met een glimlach en met het reciteren van de Lotus-sutra, in de typische zangerige dialect uit zijn geliefde geboortestad Hue. 

Daarvandaan is hij, in de jaren 50 van de vorige eeuw, naar Parijs vertrokken met de bedoeling om  medicijnen te studeren. Hij koos echter eerst voor de litteratuur en daarna voor de kunstacademie. Begin jaren 60 ging hij met zijn Amerikaanse vrouw – ze waren net getrouwd - emigreren naar de Verenigde Staten. Het was de begintijd van de Vietnam-oorlog. De galeries adviseerden hem om  te gaan werken aan onderwerpen die gemakkelijk te verkopen zijn: speelse kinderen, onschuldige landschappen enzovoort.

Maar hij heeft fel gekozen voor zijn recht als kunstenaar om de verwoestingen van de oorlog in zijn geboorteland te verbeelden, omdat hij begreep dat zijn werk een krachtig medium kon zijn dat zou kunnen schokken, veranderen, transformeren, inspireren. Het was geen makkelijke keuze geweest, heb ik begrepen van Hannah, zijn 2e dochter toen ik bij hun in Pensylvania op bezoek was in 1994:

‘wij leefden vrij eenvoudig, want de inkomsten van onze familie waren geheel afhankelijk van de verkoop van zijn schilderijen en houtsneden’.

Wie Vo Dinh ooit heeft ontmoet, al is het maar kort, zal wel doorhebben dat hij onverschillig was voor luxe auto’s, grote huizen en de nieuwste gadgets. ‘Wat hij nodig had maakte hij zelf, en als hij dat niet kon maken, zou hij dat alleen kopen als het absoluut noodzakelijk was. Als er iets gebroken was, probeerde hij dat eerst te repareren of hij transformeerde het in iets anders dat nuttig was’.

Net als hij, leef ik ver weg van het land van onze voorouders en ik was steeds benieuwd hoe hij daarmee omging en wat hij daarvan maakte. Het was voor hem ook een uitdaging om thuis te zijn in de verschillende culturen, om de Vietnamese tradities te onderhouden en Amerikaanse kinderen op te voeden. Om te overleven in dit aanvankelijk onbekende terrein, moest hij leren improviseren. In zijn kunst was dat net zo. ‘Hij schiep structuur in zijn leven door middel van een dagelijks regime van gymnastiek, meditatie en yoga, schilderde de hele middag en vervolgens schreef tot laat in de avond. Maar terwijl zijn hoofd in de wolken was, stond hij stevig met beide benen op de grond. Hij hakte brandhout, maaide het gras, onderhield een moestuin, en kookte heerlijke maaltijden voor de hele familie’.

Hoewel hij graag in afgelegen gebieden woonde, hield hij van bijeenkomsten, van discussies, van ontmoetingen. Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe hij grappige verhalen vertelde of lange gedichten uit zijn hoofd citeerde, moeiteloos in het Frans, dan overgaand in het Engels of in het Vietnamees.

Toen ik hem in Plum Village ontmoette, heeft Vo Dinh menige keren gezegd dat ik goed moest leren kijken en één moest zijn met mijn penseel. Ik had geen idee wat hij daarmee bedoelde! Ik was een beginner in de kunst, in zen, eigenlijk in alles, en dat ben ik nog steeds. Maar ik wilde wel worden wat hij was. Na bijna 24 jaar, kan ik zeggen dat hij mij met zijn creatieve en sobere levenswijze heeft beïnvloed en voor een aanzienlijk deel gevormd. Door de jaren heen heb ik veel wijsheden van hem geleerd. 

Aan de verhalenbundel die hij mij gaf, gepubliceerd in 1987, voegde hij een brief toe met de tekst: ‘Vergeet niet dat goede kunst bestaat uit harmonie tussen "tegenstellingen": vrijheid / discipline; spontaniteit / nauwkeurigheid; kracht / zachtheid.’

Toen ik wilde stoppen met de kunstacademie in 1989, zei hij alleen: ‘Onthoud dit, schilderen is leven, schilderen is eten, schilderen is ademhaling. Vecht niet te hard. Vecht zacht, vecht mooi. Eigenlijk, vecht niet, verzoen. If you take it easy, life will take care of you.’

Tijdens een wandeling in een met zon overgoten Saigon, zochten wij de schaduw op in een park en gingen wij yoga oefenen: ‘Let op elke beweging, het is gelijk het aanbieden van de wierook op het altaar’.

Van een recente correspondentie: ‘Nu je ouder bent en meer ervaring hebt, moet je zien te vinden waarmee je je het beste kan uitdrukken. Een levenslange taak.’

Ik heb het geluk gehad een groot aantal houtsneden en schilderijen van Vo Dinh te zien, evenals zijn verhalen, essays en vertalingen. Ik had ook het geluk met hem door diverse beroemde musea te lopen, te kijken. Door hem, en niet door de lange kunstgeschiedenislessen die ik toen nauwelijks kon volgen omdat ik nog moeite had met de taal, heb ik werken van de Hollandse meesters (Vermeer, Van Gogh, De Kooning)  goed leren kennen. Ik herinner mij nog de keren dat wij voor de werken van Vermeer stonden in het Mauritshuis in Den Haag (Het meisje met de parelmoer, Gezicht op Delft) en in het Rijksmuseum Amsterdam (Brief lezende dame, Huis aan de gracht) en zijn bewondering voor de kleine details, voor de heldere en prachtige kleuren.

Nu ik dit schrijf heb ik ontdekt dat Vo Dinh mij eigenlijk geen nieuwe dingen verteld heeft. Een aantal belangrijke dingen blijft hij herhalen, echter uit liefde en mededogen zoals elke goede zenmeester betaamt.  ‘Als je hout snijdt, snijd dan hout. Als je kijkt, kijk dan goed. Wanneer je ergens mee bezig bent, schenk er dan je volle aandacht aan.’ Het is deze les die je van elk wijs mens, groot of klein, kan krijgen. Voor mijn part ook van de kleine bijen of van de mooie eikenboom in Noorder Poort: er zijn, maar dan ook volledig.

 

Nguyen thanh Hung

 


Cái Đình - 2010