Job Degenaar
Ik voel me zo goed als een os die een kar trekt
Ik voel me zo goed als een os die een kar trekt
Als ik weer thuiskom, morgen of overmorgen
koop ik een os
Dan ga ik naar boven, de hoge berg op
Als ik weer thuiskom, morgen of overmorgen,
zal ik een doodskist maken
Dan vraag ik mijn os om hem achter me aan te trekkenOp de lange weg loop ik alleen, zingend
Het groene woud is in volle bloei, met geurende wilde bloemen
Op de lange weg loop ik alleen en zing
“Vaarwel verdriet” Nu ben ik in een opperbest humeur
Ik open mijn armen naar de frisse wind en zing hoorbaar
Ieder lied resoneert sterker bij mijn stem
“Luister, beste os en werkmaatje, maak je niet druk
Ga door als je aan het grazen bent
Zeg me, ben je moe? Laten we even pauzere
Ik hoef je niet te dwingen je zware taken te verdubbele
Ik hoef je niet te dwingen voorbij de gestelde doelen te gaan
Bij mij zul je vrij zijn Bij mij zul je echt vrij zijn”…
Origineel: Khoẻ re như con bò kéo xe – Nguyễn Hữu Cầu
Vertalingen: Job Degenaar, vanuit de Engelse bewerkingen van Nguyên Hoàng Bảo Việt
De Vietnamese dichter, liedjesschrijver, mensenrechtenverdediger en anti-corruptie-activist Nguyên Huu Câu werd door de Politie van Openbare Veiligheid gearresteerd omdat hij een ‘belastend’ manuscript met liedjes en gedichten had geschreven, waarin hij twee hoge officieren beschuldigde van verkrachting en omkoperij, wat hij vermeld zou hebben op de achterkant van de bladzijden op zijn originele manuscript.
Hij werd beschuldigd van het plegen van ‘destructieve handelingen die vermoedelijk bedoeld waren het imago van de regering te beschadigen’. Hij werd op 23 mei 1983 ter dood veroordeeld. Zijn moeder ging namens hem in beroep tegen deze beslissing. Het Hof van Beroep zette de doodstraf op 24 mei 1985 om in levenslange gevangenisstraf in een werkkamp. Het manuscript diende niet als bewijsstuk in het proces tegen hem om de betreffende officieren te beschermen. Hij verblijft nu in concentratiekamp K2 Z30A Xuân Lôc, diep in het oerwoud in de Vietnamese provincie Dông Nai.
In de vele jaren sindsdien wordt Nguyên Huu Cau naar verluidt in barre eenzame omstandigheden. Hij is vrijwel blind en doof en lijdt aan een ernstige hartkwaal, die verergert door gebrek aan adequate medische aandacht hiervoor en de zeer slechte omstandigheden in de gevangenis. Hij was volgens zijn dochter, die terugkeerde van een toegestaan periodiek bezoek aan het kamp, enstig ziek. PEN International protesteert fel tegen zijn gevangenschap en is ernstig bezorgd om zijn gezondheid. PEN vraagt om onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating op humanitaire gronden en volgens Artikel 19 van de International Covenant on Civil and Political Rights, dat Vietnam mede heeft ondertekend.
Lees het volledige artikel ericht van PEN-Nederland hierover ––> Aandach voor Azië: Nguyên Huu Câu.