Lam Ngo
Vu Lan
Elk jaar rond deze tijd van het jaar vieren veel boeddhisten wat in Vietnam het Vu Lan feest heet. Dit feest wordt gedurende de maand juli van het maanjaar gevierd. In deze maand komen de geesten uit de andere wereld een bezoekje brengen aan de levenden. Boeddhisten bereiden voedsel op hun altaren om hun overleden voorouders in huis te verwelkomen. In Vietnam geef je, als ze nog leeft, moeder een cadeau. Dit feest herinnert je eraan dat je gelukkig bent, als ze nog bij je is.
Mijn moeder is er niet meer, maar ik ben gelukkig als ik aan haar denk. Net als alle andere moeders bood zij ons liefde en warmte. In de jaren van oorlog zorgde zij voor onze geborgenheid, rust en veiligheid. Na de communistische machtsovername in Zuid-Vietnam vertrokken mijn moeder en vader samen, wanneer er visite mogelijk was, om mijn broers in de communistische gevangenissen in ver en moeilijk begaanbare gebieden te bezoeken, en waarvan de dichter Nguyen Chi Thien de mensonterende levensomstandigheden heeft gevangen in de volgende woorden:
Ponden rauwe maniok kan ik op
als waren het stukken chocola!
Maakt dat indruk, omdat ik meer aankan dan een zwijn?
Nee, dat kan alleen omdat ik
in een Vietnamese communistische gevangenis zit!
In de koude winter wanneer de wind buldert,
sta ik in de ijzige golven om bamboe te rappen.
Denk je dat mijn huid van leer, mijn botten van ijzer zijn?
Nee, dat kan alleen omdat ik
in een Vietnamese communistische gevangenis zit!
(Uit: bloemen uit de hel)
Vijf jaar nadat mijn vader overleed, verliet mijn moeder tijdens haar slaap de wereld, rond het Boeddhistische Allerzielen. Enkele uren daarvoor zat zij nog te praten met mijn twee broers en mijn oudste zus. Toevallig kwam mijn zus, die honderden kilometers verderop woonde, haar dat weekend bezoeken. Zij sliep op een matras naast het bed van onze moeder. Wonderlijk genoeg hielden zij toen nog de handen van elkaar een tijdje vast. Wij denken dat er een bepaalde bovennatuurlijke kracht was die mijn broers en zus juist die avond bij elkaar hield. Zou die afkomstig zijn van mijn vader? Mijn oudste zus denkt van wel. Diep in mijn hart hoop ik het ook. Dat mijn ouders nog steeds in de buurt zijn.
Hier wil ik eindigen met een gedicht van Thich Nhat Hanh uit “Speld een roos in je knoopsgat”:
Toen ik nog klein was
overleed mijn moeder!
Ik begreep voor de eerste keer
hoe het leven van een wees is.
Iedereen om me heen huilde
Ik had in stilte verdriet,
liet de tranen gaan
Zachter werd de pijn...
De zonsondergang omhelsde het graf
Weemoedig luidde de tempelklok
Mijn dierbare moeder is er niet meer
De wereld is ingestort.
Lam Ngo
Uit de uitzending van BOS, 19/09/2009