Lam Ngo
Gentleman
Honderd jaar geleden stapte Vietnam over naar het moderne onderwijssysteem. Dat was een geweldige omwenteling. De lessen werden vanaf 1911 niet meer gegeven in het Chinees, maar in het Vietnamees. In 1919 kwam bovendien een eind aan het doctoraal examen in de confucianistische leer – iets dat koning Lý Nhân Tông al in 1075 voor het eerst had verordend.
Door deze lange geschiedenis heeft het confucianisme ongetwijfeld een grote invloed op de cultuur van Vietnam gehad. Een van de kernbegrippen van deze leer is ‘junzi’, wat in het Vietnamees ‘quân tử’ wordt genoemd. ‘Quân tử’ is de ideale mens voor de maatschappij. Een gentleman in de oude betekenis van het woord, zou ik zeggen. Van zo iemand kon worden verwacht dat hij zelfs als armoedzaaier zichzelf zou blijven, dat ook als rijkaard nooit buitensporig zou leven. Maar bovenal dat hij niet bang zou zijn voor machtsvertoon.
Mijn overgrootvader was zo’n gentleman. Net zoals veel andere confucianistische geleerden in die tijd ambieerde hij geen baan bij de overheid, maar werkte als leraar in zijn geboortedorp. Mij werd verteld dat hij op zijn zachtst gezegd niet veel geld verdiende, want scholen zoals wij die nu kennen bestonden toen nog niet in Vietnam.
Hij gaf les bij hem thuis of bij zijn leerlingen. Hij werd namelijk door de ouders van zijn leerlingen betaald. Mijn overgrootvader was dus arm, maar werd in zijn dorp zeer gerespecteerd. Want volgens de confucianistische leer genoten geleerden het hoogste aanzien in de maatschappij, gevolgd door boeren en vaklieden. Ondernemers stonden jammer genoeg op een lagere trede van de maatschappelijke ladder.
Ik heb vaak gehoord dat mijn overgrootvader soms in zijn woning zat te lezen onder een open paraplu, omdat het dak lek was. Deze gerespecteerde leraar was zo arm dat hij soms van andere mensen in het dorp geld moest lenen, maar ondanks dat bleven alle schuldeisers altijd zeer beleefd tegen hem.
Dit verhaal doet mij denken aan de ethiek in onze moderne maatschappij. Wat mij bezorgd maakt, is dat wanneer er geld te verdienen valt, heel wat mensen niet stil staan bij de vraag of we voor het geld zullen gaan of toch maar niet, omdat de beoogde kwestie voorbij de grens van de ethiek zou liggen.
Daarom denk ik dat het misschien tijd wordt om met een Quote 500 te beginnen van mensen die het meeste geld aan goede doelen hebben geschonken.
Lam Ngo
Uit: BOS, 19/11/2011