Sander van Walsum


Toen de Fransen Vietnam verlieten, begon de ellende voor hun Amerikaanse vrienden

.

<====== Voorpagina van de Volkskrant van 15 juli 1954

.

Van de Franse onderhandelingskunst – die van premier Pierre Mendès France in het bijzonder – werd veel gevergd tijdens de conferentie van Genève in de zomer van 1954. Inzet van de conferentie was een regeling voor Indochina, waar het Franse gezag werd betwist door nationalistische en communistische opstandelingen. Na de smadelijke nederlaag die hun in het voorjaar bij Dien Bien Phu (Vietnam) was toegebracht, wilden de Fransen hun Aziatische invloedssfeer graag opgeven. Maar deze terugtrekkende beweging moest vooral niet als een capitulatie worden opgevat. En de Amerikanen moesten er op enigerlei wijze toe worden bewogen om garant te staan voor het behoud van een ‘eervolle vrede’. Op een manier die niet als een daad van agressie zou kunnen worden opgevat door Rusland en China – de grote machten achter de Vietminh, het communistische bevrijdingsleger van Vietnam. Kortom: Mendès France, premier van een land dat in Indochina feitelijk al was verslagen, stond voor een grote uitdaging.

De Volkskrant deed nauwgezet, en met begrip voor de internationale dimensies, verslag van de bewegingen rond de Geneefse onderhandelingstafel. In de berichtgeving klonk een onverflauwd anticommunistisch sentiment door. Maar tezelfdertijd koesterde de Volkskrant geen illusies over het weerwerk dat het Westen kon bieden tegen de rode dageraad in Azië. Al was het maar omdat de Amerikanen, die net vier jaar oorlog in Korea achter de rug hadden, aanvankelijk geen aanstalten maakten om bij het conflict in Indochina (Vietnam, Laos en Cambodja) betrokken te raken. Minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles nam niet eens deel aan de onderhandelingen in Genève. En de Vietnamezen waren niet genegen om in te stemmen met het Franse voorstel om het land, in afwachting van vrije verkiezingen, op te splitsen in een communistisch deel en een ‘nationalistisch’, westers georiënteerd deel.

Deadline

Met een deadline in zicht die de conferentiedeelnemers zichzelf hadden opgelegd – 20 juli – wist Mendès France de onderhandelingen toch vlot te trekken. Tijdens een Frans-Brits-Amerikaans onderonsje in Parijs overreedde hij Foster Dulles om zich alsnog bij de onderhandelaars in Genève te voegen. De Volkskrant verbond hieraan, vergenoegd, de conclusie dat de Russen er niet in waren geslaagd de westerse mogendheden tegen elkaar uit te spelen. Tijdens het conclaaf in Parijs waren de Geneefse onderhandelingen stilgelegd, tot misnoegen van de Russische minister van Buitenlandse Zaken Molotov, ‘monsieur Njet’, die hierin een doelbewuste belediging zag van de communistische delegaties. Nadat hij door zijn Britse ambtgenoot Anthony Eden was gekalmeerd, konden de gesprekken worden hervat. De communistische delegaties werden met 23 limousines van de luchthaven naar hun Geneefse verblijfplaatsen overgebracht. ‘Even tevoren was minister Eden geland’, schreef de Volkskrant. ‘Hij werd opgewacht door een eenzame ambassadeur van de Britse regering in Zwitserland.’

Met ruggesteun van de Amerikanen wist Mendès France de Vietminh en haar bondgenoten tot acceptatie van de (tijdelijke) opsplitsing van het land te bewegen. En de VS splitste hij de rol in de maag als bewaker van een regeling die vanaf het begin energiek door de communisten werd gesaboteerd. Toen de Fransen Indochina ‘met opgeheven hoofd’ verlieten, begon het drama voor de Amerikanen.

.

Sander van Walsum
Uit: de Volkskrant, 16.07.2021

 

Direct link:


Cái Đình - 2021