Jonathan Witteman
Allochtoon erg slecht af op Nederlandse arbeidsmarkt
Vrijwel nergens in Europa zijn de arbeidskansen van allochtonen zo slecht als in Nederland. Meer dan de helft van de migranten van buiten de EU zit thuis zonder betaald werk. Ook in landen als Frankrijk, Italië en Spanje, waar de werkloosheid veel hoger is, zitten minder allochtonen thuis dan in Nederland.
Dat blijkt uit een analyse van cijfers van Eurostat en de OESO. Van de autochtone beroepsbevolking heeft 77,1 procent betaald werk, terwijl van de allochtonen nog niet de helft (49,5 procent) werk heeft. Dit verschil van 27,6 procentpunt is het op een na hoogste van Europa, na Zweden, dat vergeleken met Nederland bijna drie keer zoveel asielzoekers opneemt, die doorgaans veel moeilijker aan een baan komen dan arbeidsmigranten. In een vergelijkbare ranglijst over arbeidsparticipatie van de OESO met iets andere definities, is de kloof tussen buitenlanders en autochtonen in Nederland zelfs het grootst van alle OESO-leden.
Sinds de crisis is de werkloosheid onder Marokkaanse Nederlanders het meest toegenomen van alle grote bevolkingsgroepen. 19,6 procent van de Marokkanen is werkloos, tegen 5,7 procent van de autochtonen. In september 2008, toen de crisis losbarstte, was de werkloosheid onder Marokkanen verbeterd tot 5,8 procent, tegen toen 2,8 procent onder autochtonen. Van de Antillianen is nu 19,3 procent werkloos, tegen 15,3 procent van de Turken en 13,9 procent van de Surinamers.
De hoge werkloosheid onder niet-westerse allochtonen - oftewel: mensen met ten minste één ouder van Marokkaanse, Surinaamse of andere niet-westerse afkomst - komt mede doordat zij vaker een flexibel contract hebben dan autochtonen, zegt sociologe Monique Kremer van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). 'De banengroei voor de crisis zat hem vooral in tijdelijke werk. Toen de economie instortte, vlogen bijvoorbeeld Marokkanen en Turken er als eerste uit. Dat viel erg tegen, omdat we dachten dat het met deze groepen veel beter ging op de arbeidsmarkt.'
Bijstand
Meer niet-westerse allochtonen dan ooit zitten in de bijstand: 234 duizend, 41 duizend meer dan autochtonen. Één op de zeven niet-westerse allochtonen tussen de 15 en 65 jaar heeft een bijstandsuitkering, onder autochtonen is dat één op de 44.
Kremer noemt het schokkend dat ook hoogopgeleide allochtonen veel vaker werkloos zijn dan autochtonen met hetzelfde opleidingsniveau. 'Dat is zorgwekkend; het ondergraaft onze pretentie dat het wel goed komt met je als je maar een goede opleiding hebt.'
Taalachterstand en lage scholing verlagen bij de eerste generatie allochtonen dikwijls de baankansen. Ook discriminatie speelt een rol. Daarover zei premier Rutte onlangs in Metro 'dat het in Nederland nog veel voorkomt en het echt uitmaakt of je Mohammed of Jan heet als je solliciteert'. Rutte zei dit probleem niet te kunnen oplossen. 'De paradox is dat de oplossing bij Mohammed ligt. Nieuwkomers hebben zich altijd moeten aanpassen, en altijd te maken gehad met vooroordelen en discriminatie. Je moet je invechten.'
Jonathan Witteman
(Uit: De Volkskrant, 21/03/2015)