Tonny van der Mee


Job Beekman zag 35 jaar geleden een boot vol Vietnamese vluchtelingen in de kolkende zee verdwijnen

 

BOER – Bijna dagelijks steken Afrikaanse bootvluchtelingen over naar het Italiaanse eiland Lampedusa. Velen halen niet levend het voorportaal van Europa. Job Beekman zag 35 jaar geleden als zeeman bij Nedlloyd tal van Vietnamese bootvluchtelingen voor zijn ogen verdrinken. ‘Je kunt er maar één tegelijk uit het water halen. Als je omdraait, zie je de ander wegdrijven.’

Job Beekman ziet hem nog voor zich. Een oude Vietnamese man met een wollen vestje, Vechtend voor zijn leven op het zinkende bootje. Hopend op de reddende hand van Beekman, die zo veel mogelijk bootvluchtelingen uit de woeste golven omhoog trekt. “Die blik in zijn ogen. Het besef dat ik niet voor hem ging, maar voor de vrouw met het kind. Je kunt er maar één tegelijk uit het water halen. Als je omdraait, zie je de ander wegdrijven.”

Het waren op 23 juni 1979 keuzes, die Beekman niet had willen maken. Hij kon niet anders. Er was geen tijd om na te denken of het erg te vinden.

Het gammele, overbeladen vissersbootje met ruim driehonderd Vietnamese vluchtelingen naast het Nederlandse boorschip Neddrill 2 was aan het zinken.

“Dat betekent niet dat ik altijd de juiste dingen heb gedaan.” Op zijn grote boerderij in een Fries gehucht met zestien huizen en een kerkje, overziet Beekman het weidse groene landschap. Een zeeman die alle oceanen heeft bevaren en ‘zeven keer de wereld heeft gezien’, moet ruimte en rust om zich heen hebben. Natuurlijk staan de beelden van toen in zijn geheugen gegrift. Maar het is niet zo dat ze hem dagelijks achtervolgen. Niet meer, althans. Na jaren worstelen, heeft hij het een plek gegeven.

De problematiek is nog steeds actueel. Dagelijks wagen grote groepen Afrikaanse bootvluchtelingen de oversteek vanuit Noord-Afrika naar het Italiaanse eiland Lampedusa.

Velen halen het niet, omdat de overvolle bootjes kapseizen en zinken. Zoals begin deze week. Voor de zoveelste keer. Op die rampplekken ligt de zeebodem bezaaid met lijken.

Het drama van nu is het drama van toen in Vietnam. “Dat is het trieste van dit verhaal,” zegt Beekman. “Er is de afgelopen 35 jaar he-le-maal niets veranderd. Dat is te triest voor woorden.”

 

Tweede stuurman

Beekman is een echte zeeman. Hij maakt als 15-jarige lichtmatroos zijn eerste reis. Eind jaren ’70 is hij tweede stuurman op de Neddrill 2. Het Nederlandse schip zoekt voor de kust van de Vietnamese stad Vung Tau naar olie. Dat gebeurt in opdracht van de Vietnamese regering.

Het land ligt na de jarenlange oorlog in puin. Tegenstanders van het communistisch regime worden vermoord. Duizenden proberen te vluchten. Ze betalen mensensmokkelaars duizenden euro’s, om vervolgens in slechte bootjes met veel te veel mensen de gevaarlijke overtocht te maken naar Singapore of Hongkong.

Zo ook een houten vissersbootje (LA 9127) van zo’n 15 meter lang. Dagenlang dobbert het in de Zuid-Chinese Zee met naar schatting 320 mensen aan boord. Beekman: “Wij zagen nooit vluchtelingen, maar hoorden ’s nachts wel geratel van machine geweren. Rond het booreiland voeren buiten ons zicht twee Vietnamese patrouilleboten. Elk vluchtelingenbootje dat in de buurt kwam, werd uit het water geknald.”

De Neddrill 2 staat onder strenge controle van de Vietnamese autoriteiten. Een Vietnamese functionaris aan boord ziet erop toe dat de Nederlanders geen bootvluchtelingen aan boord nemen. Als een Nederlandse kapitein dat bevel negeert, wordt hij op een zijspoor gezet.

“Nedlloyd had ongeschreven instructies voor de gezagvoerders: als je bootvluchtelingen ziet, moet je de andere kant op kijken. Het kostte veel geld om vluchtelingen aan boord te halen. Je werd in de haven vastgehouden, al die mensen moesten worden gecontroleerd.”

Tot die dag in juni 1979. Het stormt, windkracht 11. Het vissersbootje komt bij de Neddrill 2 en maakt zich vast.

De bemaning moet machteloos toekijken. Ze laten mandjes met eten, water en medicijnen zakken, tot woede van de Vietnamese tussenpersoon. “In het bootje was het helemaal stil. De mensen waren doodsbang en murw geslagen.”

De Neddrill-staf vergadert dagenlang over de vluchtelingen en overlegt met het ministerie in Nederland. Vietnam wil dat de vluchtelingen worden teruggestuurd. Er zouden spionnen tussen zitten.

“Maar het waren vooral bejaarden, vrouwen en kinderen. Daar ontstond een politiek gevecht over.”

Ondertussen beukt het kleine vissersschip tegen de enorme Neddrill 2 aan. Het bootje begint te zinken.

Terwijl de staf besluiteloos blijft, nemen Beekman en vier collega’s het heft in eigen hand. Ze negeren alle orders en beginnen vluchtelingen op het helikopterdek te hijsen.

Als de woeste Vietnamese tusenpersoon iets naar het bootje schreeuwt, gaat het mis. In rap tempo gaan er drie luiken open en komt er een onophoudelijke stroom panische vluchtelingen naar boven.

“Het leek een pan die overkookte. Er bleven maar mensen komen. Daardoor sloeg de boot om. Ineens dreef een mensenmassa in de schuimende golven.” Ze laten een reddingsboot in het water. Beekman hangt met één hand aan de reling, met de andere hand trekt hij mensen uit het water omhoog, waarna zijn collega’s hen aan boord trekken. “De mensen waren te zwak om mijn hand vast te pakken. Ze waren bedekt met een slijmlaag, door de ontlasting en ziekte. De onderste mensen in de boot waren al dood. Op een gegeven moment trok ik ze met mijn vingers in hun neusgaten omhoog.”

De bemaning is getuige van gruwelijke teferelen. Een moeder die haar kind ziet drijven, springt van het helikopterdek terug in het water. Ze valt te pletter op een andere vluchteling. In de chaos verliest Thi Ai Nguyen, die nu in Heiloo woont, haar jongste zoontje. Hij verdrinkt in de kolkende zee. Ze wil er niet meer over praten, vertelt ze. “Het doet pijn. De wond is nog open.” Beekman hoort het aan. “Daar ben ik verantwoordelijk voor,” zeg hij schuldbewust. “Misschien heb ik haar uit het water gehaald en haar zoontje niet. Ik heb haar de hel op aarde bezorgd.”

“Als een soort God moest ik beslissen: jij wel, jij niet. Wie ben ik om dat te doen? Was de situatie anders geweest, hadden we meer mensen kunnen redden. Maar het was politiek beladen.”

 

Zeemanshart

Uiteindelijk komen naar schatting tachtig vluchtelingen om. Maar ook worden er 243 gered. Beekman voelt zich geen held. Hij en zijn collega’s lieten hun zeemanshart spreken. Een échte zeeman laat geen drenkeling in het water achter. “Je ziet een boot zinken, beseft dat mensen doodgaan. Het kon ons niet schelen wat er zou gebeuren.  Ik stond niet stil bij de consequenties. Die mensen moesten eraf.”

De vluchtelingen keren uiteindelijk gedwongen terug naar Vietnam. Na maanden vastgezeten te hebben, krijgen ze asiel in Duitsland en Nederland.

Beekman worstelt 8 jaar met het drama. Hij heeft een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en raakt verslaafd aan alcohol. Van Nedlloyd krijgt hij geen enkele hulp. Binnen het bedrijf wordt gezwegen over de ramp. “De scheepvaart is een keiharde business, waar het alleen maar draait om geld verdienen. Ik viel in een leegte.” Na 2 jaar op een koopvaardijschip neemt Beekman ontslag. Hij gaat naar de kunstacademie, om het trauma van zich af te schilderen.

Daar komt niets van tericht. Eén keer maakt hij een schets over die gebeurtenis, enkele maanden na de ramp. Van mensen die zich wanhopig vastklampen aan een schip.

“Ik ben heel anders over de wereld gaan denken. Toen ik nog bleef doormodderen in de scheepvaart, kon ik niet meer normaal in andere landen komen. Ik zag daar alleen nog maar de ellende.”

Die kloof tussen  rijk en arm in de wereld wordt alleen maar groter. Dat maakt dat drama’s als in Vietnam nu plaatsvinden bij Lampedusa, meent Beekman. Het mechanisme is hetzelfde. Regeringen wenden het gezich af en weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor vluchtelingen.

“Dat is mensonterend. Het is niet de schuld van Italië, maar van heel Europa. Iedereen is bang voor vluchtelingen. Zij zien ons in weelde leven, terwijl zij op een houtje bijten. Het zijn ook gewone mensen die uit pure angst weg willen uit een oorlogssituatie. Die krijgen nu nul op het rekest.”

 

Tonny van der Mee
(uit: AD, 17/05/2014)

 


Cái Đình - 2014