Erik Kuijpers


VIETNAMESE VOLKSVERHAALTJES

De wonderlijke parel…

.

Binh is jager. Hij woont in zijn hut en leeft zijn leven met jagen en ruilhandel. Achter in zijn tuin liggen de resten van een tempel en daar wonen twee mooie zwarte slangen. Mens en slangen laten elkaar met rust en als Binh wat vlees over heeft dan voert hij de slangen.

Als hij hevig gesis hoort in zijn tuin ziet hij een enorme gele cobra die zijn zwarte slangen aanvalt. Hij pakt pijl en boog; de cobra vlucht. Helaas is een van zijn slangen dodelijk gewond en hij begraaft het diertje.

De oude man

In zijn droom verschijnt een oude man, gekleed in een dure jas gemaakt van geborduurde zijde. ‘Jij hebt me gered van de gele cobra, en je hebt mijn maat netjes begraven. Daarom wil ik je dit geven.’

Uit zijn mouw haalt hij een lichtgevende parel, zo groot als de nagel van jouw duim. ‘Leg dit onder je tong en je zult de taal van de dieren verstaan, of ze nu schubben hebben, veren of vacht. Geen dier kan zich voor jou verstoppen’.

Als Binh ontwaakt vindt hij de parel en legt hem onder zijn tong. In de tuin roept iemand hem. ‘Ik weet waar je een antilope kunt vinden, en een ree. Ook hazen en wilde zwijnen. Luister naar me; je krijgt er geen spijt van.’

Binh kijkt om zich heen; een zwarte kraai praat tegen hem! ‘Wat wil je hebben als beloning?’ vraagt hij. ‘De darmen, alleen de darmen’ zegt de kraai en wijst een bosje aan.

In dat bosje vindt Binh een wild zwijn en zo worden ze jachtpartners. Binh laat steeds de ingewanden liggen.

Maar dan steelt een ander dier de ingewanden en komt de kraai verhaal halen. Die gelooft Binh’s verhaal niet en ze krijgen herrie. Die loopt zo uit de hand dat Binh een pijl naar de kraai schiet. Maar de kraai weet de pijl te vangen en vliegt weg, met de pijl in zijn poten.

Opgepakt

Een week later wordt Binh opgepakt en veroordeeld voor moord. Iemand is gevonden met Binh’s pijl door zijn strot; ontkennen helpt niet. Binh draait de bak in.

Daar denkt iedereen dat Binh knettergek is. Hij praat de hele dag in zichzelf, denkt men, maar Binh is in gesprek met mieren, kakkerlakken en ander klein spul in zijn cel. Zo hoort hij dat er een vloed op komst is die de laaggelegen dorpen zal wegvagen.

Binh meldt zijn bevindingen bij de leiding die hem overtuigend genoeg vindt om de gouverneur in te schakelen en die laat de dorpen ontruimen. De vloed komt inderdaad en Binh wordt daarna met meer respect behandeld in zijn cel.

Dan hoort hij een gesprek tussen mussen nabij zijn cel. Die zijn druk bezig een bijzondere lading rijst op te slaan: rijst gevallen uit een wagon van een naburig rijk. Die wagon is in een ravijn gevallen als de koning aldaar een extra voorraad wil aanleggen voor zijn leger. Met dat leger wil hij het land van Binh aanvallen.

Via de gouverneur komt Binh in contact met zijn koning die snel het leger naar de grens stuurt. Hij verrast de vijand en verslaat hem.

Binh krijgt nu de status van minister en vertelt de koning van zijn leven en van de parel die nog steeds glimt in de zon.

De koning ziet zijn kans schoon alles te weten te komen uit de dierenwereld en houdt Binh in zijn directe omgeving. Zo leert hij hoe dieren leven zoals olifanten, paarden en wilde katten en kent hun gewoontes en probleempjes. Zo leert hij ook dat dieren wat dat betreft niet verschillen van mensen.

De zee op….

Koning, Binh en de hele hofhouding gaan de zee op en luisteren naar de schaaldieren en de vissen. Ook die dieren hebben menselijke trekjes en men beseft dat ze beter naar huis kunnen gaan en naar het geroddel op de markt kunnen luisteren.

Men keert de boten om. Terwijl Binh op het dek zit hoort hij in het water een dier zingen. Hij kijkt over de reling; het is een inktvis die een lied zingt.

‘O wolk, jij witte wolk, ik zie je langzaam zwemmen
aan de blauwe wateren van de hemel’

Binh schiet in een deuk en … verslikt zich in de parel!

Hij hoest hem op maar de parel verdwijnt in zee. Dan gaan de beste duikers van de koning de parel achterna maar die blijft onvindbaar.

Binh is ontroostbaar en verzint het ene krankzinnige idee na het andere om de parel op te sporen. Tenslotte vraagt hij de koning om met zijn mensen zoveel zand in zee te gooien dat de parel wel naar boven moet komen drijven.

Eerst denkt de koning dat die gedachten wel voorbij zullen gaan maar omdat Binh vasthoudend is verbiedt hij hem de zee zelfs maar te benaderen.

Binh sterft, verdrietig en verzwakt.

Maar niet zijn ontevreden ziel! Die wil het land der levenden niet verlaten en verandert in een groep krabben.

Die krabben zie je nu aan het strand.

Bij laag water zie je ze lopen op het zand. Ze maken balletjes van zand en rollen het naar de zee. De golven maken de balletjes kapot doch het deert ze niet. Opnieuw en opnieuw maken ze een balletje van zand dat naar zee rolt. In een eindeloze cyclus.

.

Erik Kuijpers
Uit: Trefpunt Azië


Cái Đình - 2018