Amelie Peulen


De voorspelbaarheid van chaos in Hanoi

Het begin van het lycheeseizoen is aangebroken en ik realiseer me dat ik alweer ruim een jaar in Hanoi ben. Vorig jaar kwam ik rond dezelfde tijd in Vietnam aan. Het was voorjaar in Hanoi. Ik was er nog nooit geweest en had eigenlijk geen idee wat mij te wachten stond. Nu, een jaar later, voltrekken dezelfde dingen zich voor mijn ogen.

Net als vorig jaar bieden de fruitverkopers op straat en op hun fietsen en scooters weer bossen van dit tropisch fruit aan en speel ik weer mee in het emotionele theater van het afdingen.

Woede, teleurstelling, verontwaardiging, weglopen en uiteindelijk nog teveel betalen; het hoort er allemaal bij. 

Net als vorig jaar is het ontzettend heet en vochtig en zijn de Vietnamese vrouwen opnieuw van boven tot onder ingepakt in plastic pakken met bloemetjes en ‘Hello Kitty’-designs om zich te beschermen tegen de zon. Porseleinwit blijft hier het schoonheidsideaal. 

Net als vorig jaar begint langzaamaan het regenseizoen en komt het water met bakken uit de hemel. Het kan niet lang meer duren voor de tyfoons beginnen en de straten zullen onderlopen. Ik ga nergens meer heen zonder poncho, ook al weet ik dat in die stortbuien dat stukje plastic weinig zal helpen.

Schijn bedriegt

De manden vol lychees terugzien voelt als een nieuw begin. Alsof het jaar zich weer opnieuw zal voltrekken en ik nu de kans krijg Hanoi opnieuw te ervaren, maar nu met wat meer bagage, meer kennis van het land en een beetje meer ‘street smart’. Na een jaar laat ik me niet zomaar afzetten en omverduwen op straat. Ik weet dat ik niet op mijn intuïtie en eerste indruk moet vertrouwen. Vietnamezen spelen het spel van de schone schijn als geen ander. De dingen zijn niet altijd zoals ze zich voordoen.

De prachtige kleurrijke manden vol verse en groenten en fruit op straat zien er fris, mooi en gezond uit. Aanlokkelijk! Maar pas op: schijn bedriegt. Vietnam kampt met een enorm probleem van voedselveiligheid. Boeren spuiten groenten en fruit vol met gevaarlijke en verboden Chinese chemicaliën. Het aantal kankergevallen neemt onrustwekkend toe.

De authentieke  straatverkopers uit de omringende dorpen die in Hanoi hun waar aanbieden, op kapotte plastic slippers, met een oude fiets en rieten Vietnamese hoeden, zien er onschuldig en armoedig uit.

Met een vriendelijke glimlach proberen ze me te lokken: Mango, Madam? Ik bied 10.000 Vietnam Dong. De verkoopster verandert van de ene op de andere seconde in een keiharde zakenvrouw die met een boze frons haar nieuwe I-phone uit haar broekzak haalt, om daar een zes keer zo hoog bedrag op in te tikken. Ik weet het inmiddels en schrik er niet meer van.

Ook laat ik me niet intimideren door bedrog en het harde spel dat door veel Vietnamezen wordt gespeeld, op straat of op de werkvloer. Langzaam raak ik zelfs gewend aan het verkeer: de honderden motors en scooters die kris kras door elkaar rijden en elkaar continu bijna, maar net niet, omver rijden. Het is taai volk, die Vietnamezen.

Tegelijkertijd zie ik ook beter de kwetsbaarheid en de hoop: de wonden die de Vietnamoorlog (hier de ‘American War’ genoemd) heeft achter gelaten bij de oudere generaties, en de kansen en hoopvolle glanzende toekomst die de jonge Vietnamezen in hun snelgroeiende land zien.

Toch iets geleerd

Ik maak nog een lychee open en kijk naar de vrucht. Nog niet helemaal goed. Over een paar weken, middenin het seizoen, zullen ze sappiger en smaakvoller zijn. Dat weet ik al.  

Een geruststellende glimlach verschijnt op mijn gezicht: toch iets geleerd dit jaar.

Amelie Peulen
MO*wereldbloggers
Ontwikkelingswerkster in Vietnam

Bron: MO, 17-06-2015

 


Cái Đình - 2015