Biển Bắc


's Zomers op Van Gogh’s straat

 

De zonnebloem knipoogt (1),                                                     
Flirt met de buikrolletjes (2)                                                       
Die de piercing in de ultra violette golven liggen te showen
Zuigend op grassprietjes
Ver drijvend; blowen
Verstikkende rook stijgt naar de hemel van kindertijd
Waar een witte-wolken-vlieger met gebroken koord
Naar beneden valt
Op een ploegend veld (3)                                          
Of zijn dat de feeën (?)
Die naar de aarde zijn verbannen het oudste beroep te beoefenen
En dromen allemaal over een kunstenaar
Wie zijn oor afsneed  en zelfportret tekende
En lopen te sjansen met eigen charmante spiegelbeelden
In de blauw- en roodlichte etalages
Net als strakke lopers van tulpen
Die naast-achter-elkaar de felle zomerkleuren … verspreiden.

 

Biển Bắc
(eind 6, zero 7)

________________

1: (zonnebloem)
2: (vrouwelijk naakt, van opzij)
3: (Veld met Ploeger en Mill)

 


Cái Đình - 2013