Sander Roks


Hoe behandelen Nederlanders 'dat Vietnameesje' in de loempiakraam?

 

Pas geleden zag ik na een avond uitgaan hoe een dronken vent een loempia de kraam inwierp waar hij hem net gekocht had. Hij riep er ook nog iets racistisch achteraan. De loempiaverkoper nam niet eens de moeite om zijn schouders op te halen. Het maakte me nieuwsgierig naar het leven van de loempiaverkoper en ik vroeg daarom drie loempiaverkoopsters van Vietnamese afkomst, die trouwens beter Nederlands spreken dan ikzelf, naar hun belevenissen in de kraam. 

Lien (21), studente aan de Hogeschool van Amsterdam. Verkoopt sinds haar 16e iedere zaterdag loempia’s in een dorpje in Drenthe
en regelmatig op feesten en festivals in de kraam van haar ouders.

 

Wat vind je van je bijbaan?
Lien: Leuk. Sommige klanten komen al tien jaar bij dezelfde kraam. Daar bouw je dan toch een soort band mee op. Die klanten mis ik ook echt als ik een zaterdag niet hoef te werken.

Zijn er ook weleens vervelende klanten?
Ja. Als je op een festival staat zijn er natuurlijk mensen die dronken zijn. Dan proberen ze soms een loempia te stelen. Ze verwachten dan niet dat ik achter ze aankom.

Zeggen je klanten weleens denigrerende dingen?
Als ik begin te praten, dan gaat het van “Oh, wat kan jij goed Nederlands, echt heel knap van je.” Ik vind het ergens een compliment, maar aan de andere kant denk ik: kom op, zeg. Ik heb echt totaal geen accent en woon al mijn hele leven hier, maar zodra ik in de kraam sta ben ik gewoon ‘dat Vietnameesje’.

Maakt dat je kwaad?
Nee, dat is nou eenmaal zo. Maar sommige dingen zijn wel echt lullig, zoals een groepje dronken jongens die van een afstandje “Kutspleetoog” zeggen. Net hard genoeg, zodat ik het kan horen. En als ik een rekenfoutje maak dan rollen mensen met hun ogen alsof ze denken: zelfs dat kan ze niet. Maar “Ni hao” en “Sambal bij”, dat doet me niet veel meer. Daar ben ik aan gewend.

 

Minh (27) bijna afgestudeerd in pedagogiek, staat sinds haar 17de op zaterdagen vaak in de loempiakraam van haar ouders in Overijssel,
op een parkeerplaats voor een aantal supermarkten, en soms ook op feesten.

 

Zou je dit fulltime willen doen?
Minh: Het is best leuk werk. Mijn ouders doen het ook, maar ik wil meer doen dan loempia’s verkopen. Ik wil iets anders doen. Iets waarvoor ik heb gestudeerd en wat ik zelf leuk vind.

Word je weleens versierd als je in de kraam staat?
Ja! Dan zeggen ze dat ik één van de mooiste loempiaverkoopsters ben die ze ooit hebben gezien en vragen ze waar ik woon. Als ik dan zeg dat ik uit Amsterdam kom, dan zeggen ze: “Oh ja, ik kom weleens in de Kalverstraat.” En dan vragen ze of we een keer samen uitgaan daar. Dan zeg ik altijd dat ik het druk heb.

Maken mensen vaak opmerkingen over je Aziatische uiterlijk?
Ja. Ik werk meestal in kleine dorpjes en daar verbaas ik me er vaak over hoe onbekend de kinderen zijn met andere culturen. Dan wijzen ze en zeggen ze “Hé! Een Chinees!” Of dan stap ik uit de trein en dan roept een kind: “Kijk mama, die Chinees moet er hier ook uit!” Ik denk dan: nee hoor, dit is een tussenstop, ik moet door naar China.

En volwassenen?
Soms komen mensen enthousiast naar me toe om te zeggen dat ze ooit in Vietnam op vakantie zijn geweest. Ze kopen niks, maar willen dat dan even zeggen. En als ik door het dorp loop en herkend word van de kraam, dan roepen mensen vrolijk “Hé loempia!” De eerste keer vond ik dat raar. Ik heb gewoon een naam en ik roep toch ook geen “Hé kaassoufflé” naar hen? Maar nu haal ik mijn schouders ervoor op. Het zijn aardige mensen en ze bedoelen het vast grappig.

 

Tra (25), heeft onlangs haar master afgerond aan de UvA en verkoopt sinds haar 16de
op zaterdagen loempia’s in de kraam van haar ouders in Groningen.

 

Wat vind je van je bijbaan?
Tra: Soms is het leuk, soms eenzaam. Ik ben niet iemand die in de kraam staat en aan iedereen vraagt hoe het met ze gaat, en dan lekker een eind weg kletst. "Wat kan ik voor je doen? Een loempia? Ok!", en dat is het dan wel. 

Krijg je weleens domme opmerkingen naar je hoofd?
De meeste mensen zijn heel aardig en beleefd. Degenen die vragen of je Nederlands spreekt, vragen dat meestal serieus. Ik weet niet of dat dan dom is of dat ze niet beter weten. Het kan me wel frustreren als je merkt dat mensen een houding hebben van, oh, die komt uit het buitenland, die weet vast niet zoveel. Maar ik heb geen behoefte om uit te leggen dat ik meer ben dan alleen ‘het Vietnameesje van de loempiakraam’. Als ik dat zelf maar weet is het goed.

 

Sander Roks
Uit: Vice, 27/09/2012

 


Cái Đình - 2015