Maarten Huygen


Hij wilde de samenleving niet tot last zijn

.

Thanh Quang Nguyen (1938-2017) vluchtte uit Vietnam om zijn kinderen te kunnen laten studeren. Dat lukte.

Thanh Quang Nguyen kwam als bootvluchteling met zijn gezin van Vietnam naar Nederland.

De in Vietnam geboren en in Nederland overleden Thanh Quang Nguyen koos niet de gemakkelijke weg. In het voormalige Zuid-Vietnam bracht hij het tot bestuursambtenaar en plaatsvervangend hoofd van een arrondissement. Na de val van de Zuid-Vietnamese regering vluchtte hij en kwam hij in Nederland terecht. Bestuursambtenaar kon hij hier niet meer worden, dus begon hij met zijn vrouw een naaiatelier. Alle vier kinderen konden studeren.

Veel Vietnamese vluchtelingen die begin jaren tachtig arriveerden, vonden moeilijk werk. De Nederlandse economie verkeerde in een recessie, daarnaast waren de culturele afstand en de taalkloof groot. De tweede generatie Vietnamese Nederlanders en ook de vluchtelingen die op heel jonge leeftijd arriveerden, waren daarentegen zo succesvol dat Vietnamese Nederlanders een modelminderheid werden.

Quang Nguyen werd geboren in een dorpje in de Mekongdelta in Vietnam, dat toen nog onder Frans koloniaal bewind stond. Zijn vader overleed toen hij elf was en het oorlogsgeweld onderbrak vaak zijn schoolloopbaan. Hij maakte de middelbare school af, deed cursussen en was na een paar jaar al plaatsvervangend hoofd van het arrondissement Binh Minh.

Inmiddels was Vietnam onafhankelijk en kwam het noorden onder communistisch bewind. De Zuid-Vietnamese regering hield met hulp van Amerikaanse troepen een verdere opmars van het Noord-Vietnamese leger tegen. Quang Nguyen had leidinggevende functies in het provinciehuis van Vinh Long, kreeg onderscheidingen.

Maar alles veranderde toen de Amerikanen in 1975 vertrokken en de Zuid-Vietnamese regering viel. Als voormalig bestuursambtenaar moest Quang Nguyen naar heropvoedingskampen. Daarna mocht hij alleen nog met zijn handen werken, in de landbouw. De kinderen zouden nooit kunnen studeren vanwege hun achtergrond. Zijn vrouw mocht nog wiskundeles geven, maar de examens van de kinderen van partijleden mocht ze alleen met potlood nakijken, zodat de cijfers later konden worden gewijzigd. Op school werden kinderen getraind om hun ouders te verklikken op anticommunistische uitspraken.

Het breekpunt was de malaria die zijn jongste zoon opliep. Medicijnen mochten alleen gebruikt worden voor partijleden. Een oud-leerling van zijn vrouw die in het ziekenhuis werkte, riskeerde zijn baan door het medicijn uit de kast te halen en zo werd zijn zoon gered.

Quang Nguyen en zijn vrouw Thi Ngu Nguyen-Le besloten met hun gezin de gevaarlijke overtocht over zee te maken. „Of we bereiken de vrije wereld, of we eindigen op de bodem van de zee”, zei Quang Nguyen. Het gezin werd opgepikt door een boot van Smit Lloyd en kwam in een vluchtelingenkamp in Singapore terecht. Drie maanden later waren ze in Nederland.

Quang en zijn vrouw gingen dagelijks naar school om de taal te leren. Het was moeilijk om werk te vinden. Als vrijwilliger ging hij aan de slag op de afdeling Milieuzaken van het stadhuis Maarssen, hij moest een database opzetten en bijhouden. Na vijf jaar school zou hij een betaalde baan kunnen krijgen. Hij was al rond de vijftig en besloot in plaats daarvan met zijn vrouw een naaiatelier te beginnen waar hij opdrachten van textielfabrieken uitvoerde, zeven dagen per week en ook vaak ’s avonds. De kinderen studeerden af in civiele techniek, economie, farmacie en medicijnen. Twee volgden een post-academische opleiding, één is gepromoveerd.

Naast het werk was Quang Nguyen vanaf zijn tienerjaren actief in de Vietnamese Boeddhistische jongerenbeweging, een soort padvinders. „Volgens het Boeddhisme bepaalt niet de rechter of een almachtige god je lot, maar de natuurwet van oorzaak en gevolg. Als je dat inziet, is dat goed voor je eigen verantwoordelijkheid en het draagt bij aan maatschappelijke betrokkenheid”, zegt zijn zoon Nhut Quang Nguyen. „Met zijn inzicht heeft hij heel wat jongeren geholpen te integreren.”

Op zijn afscheidsdienst kwamen 400 Vietnamezen uit heel Europa en veel Nederlandse kennissen en vrienden. „Hij wilde als vluchteling absoluut niet een last zijn voor de samenleving”, zegt zoon Nhut Quang Nguyen. „Bij de eerste stap hadden we hulp nodig. Die hebben we ruimschoots gekregen. Daarna moet je zelf bijdragen.”

Maarten Huygen
Uit: NRC, 09.09.2017


Cái Đình - 2017