Kim-An Luong
Interview met Le Thi Kim-Sa
Dit is het verhaal van Kim-Sa. Zij werd geïnterviewd door eigen dochter Kim-An Luong.
***
Hoe oud was je toen je uit Vietnam vluchtte? Hoe was je leefsituatie op dat moment qua opleiding/werk?
Ik was 25 jaar toen ik uit Vietnam vluchtte. Ik woonde toen nog bij mijn ouders en ik gaf les op een middelbare school in Tân Thuận, Saigon. In de zomervakantie van 1980 ben ik gevlucht.
.
Wat waren jouw  ervaringen tijdens de oorlog?
 Ik heb pas echt oorlog  meegemaakt tijdens het Tet-offensief in Huế in 1968, ik was toen 13 jaar.
 
    Huế was toen ingenomen door de Viet Cong. Er werd veel geschoten, de  buren kwamen bij onze fabriek om te schuilen, mijn ouders hadden toen een  zeepfabriek. Het gevecht werd steeds erger, mijn vader ging samen met mijn  oudste broer en met mijn neef een schuilkelder graven, vanaf die tijd leefden  wij in de schuilkelder. We aten en zaten te slapen in de schuilkelder.
 
  Gelukkig had mijn moeder een grote voorraad eten in huis. Als het buiten rustig  was, ging de hulp rijst koken. Op een gegeven moment werd via een speaker  omgeroepen dat de jongeren vanaf 15 jaar zich iedere ochtend aan moesten melden  op een bureau. Zodoende gingen mijn broer, mijn neef en twee zussen daarheen.  Ik mocht niet mee, maar was heel erg nieuwsgierig naar wat ze daar gingen doen.  Toen ze terug waren, vertelden ze dat ze de lijken van slachtoffers moesten  begraven.
De Viet Cong heeft  toen veel hoogopgeleide mensen vermoord, bijvoorbeeld advocaten, leraren,  ambtenaren… en veel mensen meegenomen. Mijn vader hadden ze ook meegenomen. 
    Op een avond werd ons huis en onze fabriek gebombardeerd. Ik begon toen echt  angstig te worden. Ik was bang dat ze mijn boer en mijn zussen ook mee zouden  nemen. 
    Een voet in een legerschoen verscheen voor de schuilkelder. We hoorden mannen  in het Engels praten. Toen begrepen we dat de Amerikanen en de Zuid-Vietnamese  soldaten de Viet Cong hadden verjaagd. We moesten toen naar buiten en moesten  evacueren met een paar Amerikanen. 
    Mijn oom en zijn gezin woonden op een plek waar niet meer gevochten werd, daar  trokkenwij bij in. Toen Huế helemaal bevrijd was heeft de regering ontdekt dat  tijdens de bezetting van Huế er heel veel mensen levend waren begraven door de  Viet Cong. Iedere ochtend ging mijn moeder met mijn tante naar die graven om  het stoffelijk overschot van mijn vader en mijn oom te zoeken (de man van mij  tante was ook meegenomen door de Viet Cong). Op een middag kwamen mijn moeder  en mijn tante huilend naar huis. Mijn tante had haar overleden man  geïdentificeerd. De dagen daarna ging mijn moeder alleen naar die graven (ieder  dag had de regering op verschillende plekken de graven gevonden) en hoopte dat  ze het stoffelijk overschot van mijn vader te vinden. 
    Op een avond zaten we buiten te eten, keken we naar buiten en zagen we mijn oom  op een brommer aan komen rijden met iemand achterop. Hij leek op mijn vader,  maar de man had grijs haar. Toen hij begon te lachen herkenden wij hem pas aan  zijn gouden tand. Toen de Viet Cong hem meenam had hij nog zwart haar, maar na  een maand is zijn haar helemaal wit geworden. 
  Mijn vader heeft  verteld dat hij nog leefde omdat hij veel geluk had. Als gevangene heeft hij  samen met anderen lange graven voor hunzelf gegraven. De Viet Cong sloeg met  een schep op de nek van gevangenen, omdat ze geen  kogels wilden verspillen. Vervolgens vielen ze bewusteloos in het graf. Mijn  vader was bijna aan de buurt, maar op dat moment kwam er een Amerikaanse  helikopter. De gevangenen moesten met de Viet Cong mee rennen. Mijn vader rende  niet mee met de rest, maar hij rende naar de helikopter en riep om hulp in het  Engels. De Amerikanen hebben hem toen meegenomen naar het vliegveld met de  helikopter. Na het verhoor mocht mijn vader naar huis. Hij was naar mijn oom  gegaan, omdat mijn oom vlakbij het vliegveld woonde. Toen hij terug naar ons  huis werd gebracht door mijn oom moesten we snel Huế verlaten en zijn we naar  Qui Nhơn gegaan. Daar hebben we twee jaar gewoond en vervolgens zijn we naar  Saigon verhuisd.
   Mevrouw Le Thi  Kim Sa (3e van links) met moeder en drie zussen (1974) Wat waren de  belangrijkste redenen voor jou om te vluchten?  
  In 1975 vond de  omwenteling in Vietnam plaats; heel Vietnam werd communistisch. De vrijheid die  we voor 1975 gekend hadden was plots weg, het leven werd erg benauwd. Op alles  werd gelet: je kleren, je gedrag, je houding tegenover de communistische partij.  Ik was lerares op een school en tijdens het lesgeven werd ik afgeluisterd door  de directeur. De directeur moest lid van de communistische partij zijn. Alle  leraren werden in de gaten gehouden door hem en hij keek of iemand tegen de  communistische partij was. Ik merkte dat ik niet onder datregime  wilde leven en besloot om te vluchten. Ik heb vier vluchtpogingen gedaan  waarbij ik bij de derde keer ben opgepakt en een paar dagen heb vastgezeten. De  vierde vluchtpoging was gelukkig succesvol. . Hoe is de vlucht  verlopen en hoe ben je in Nederland terecht gekomen?
 Singapore 1980
   
  In die tijd had ik een  tas altijd klaar staan om te vluchten. In die tas zaten medicijnen tegen  zeeziekte, wat kleren, gedroogd brood, citroensnoepjes die mijn vader heeft  gemaakt tegen de dorst. Omdat ons verteld was dat er op de boot voedsel en  drinken aanwezig zouden zijn, had ik verder niet veel meegenomen. Voor het  geval dat ik opgepakt zou worden, had ik een gouden ring en wat Amerikaanse  dollars meegenomen. Hiermee zou ik dan de politieagenten kunnen omkopen.  
  Om met de boot mee te  mogen hadden mijn ouders goud betaald. Nu was het wachten tot ik opgeroepen zou  worden voor de vlucht, dit zou de vierde poging zijn. Omdat ik al zo vaak had  geprobeerd om te vluchten en het er niet altijd daadwerkelijk van was gekomen,  dacht ik dat het dit keer ook niet anders zou zijn. Dit keer zou ik alleen  gaan, omdat mijn broers nog in de gevangenis zaten van de vorige vluchtpoging.  Daarnaast was het niet verstandig om met het hele gezin tegelijk te vluchten.  Wanneer de vlucht zou mislukken en je uit de gevangenis zou komen, zou de  overheid het huis namelijk in beslag nemen en dan zou je zonder onderdak  zitten.
  Op 4 juni 1980 hoorde  ik van mijn zus dat ik met haar schoonzus (mijn vriendin) met de bus naar My  Tho moest. Ik woonde toen in Saigon, Mỹ Tho ligt ongeveer 80 km  van Saigon vandaan. Ik moest mij vermommen als een persoon uit het  platteland. Mijn vriendin en ik kwamen aan op een busstation in Mỹ Tho. Daar  werden wij door iemand van de organisatie meegenomen naar een sloep. Met die  sloep zijn wij naar een grotere boot gevaren. 
Toen wij op de grote boot aankwamen, moesten wij onmiddellijk naar beneden.  Daar zaten al zoveel mensen, ik had geen idee hoeveel het er waren. 
  De boot begon te  varen, door de spanningen voelde ik mij ellendig. Op de boot kregen wij als  drinken geneutraliseerd zeewater aangeboden. Dit was niet te drinken, het was  zelfs zo erg dat ik hierdoor begon over te geven. Vanwege het ruimtegebrek op  de boot moesten we ons zo klein mogelijk maken.  
  Op een gegeven moment  ben ik bewusteloos geraakt. Toen ik weer bij bewustzijn kwam voelde ik een been  op mijn gezicht liggen, er lag een stevige jongen naast mij, die waarschijnlijk  ook bewusteloos geraakt was. Tegelijkertijd hoorde ik kinderen huilen en mensen  bidden omdat er een storm van windkracht 11 op zee was. Ik hoorde mannen zeggen  dat het zeewater was binnengedrongen en dat iets stuk was waardoor het  stuurwiel niet goed werkte. De kans dat de boot ging zinken was groot. Ze  schreeuwden om hulp om het water uit de boot te houden.  
  In Singapore was een  opvangcentrum voor de Vietnamese vluchtelingen. Het was één van de paar  opvangcentra in Zuidoost- Azië waar Vietnamese bootvluchtelingen zaten. Die  centra werden gefinancierd door de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen  (UNHCR). De afspraak in die tijd was dat wanneer een schip Vietnamese  bootvluchtelingen oppikte, ze door het betreffende land opgenomen moesten  worden. In ons geval zou Nederland ons tweede vaderland worden. Daar werden alle  formaliteiten geregeld. Vervolgens mochten wij een plek zoeken in de opvang  waar wij ons konden nestelen en wachten tot wij naar Nederland mochten.  
  Juli 1980, wij zijn  met de KLM in Nederland gekomen. Wij werden naar een opvangcentrum in Leerdam gebracht,  daar werden wij medisch onderzocht en zijn wij weer overgeplaatst naar  een ander opvangcentrum in Steenwijkerwold.  
  Ons als Uitgenodigde  Vluchtelingen werd meteen na onze aankomst in Nederland de vluchtelingenstatus  verleend, daar was al voor onze komst vastgesteld dat wij vluchtelingen waren,  in de zin van het vluchtelingenverdrag van 1951.  
  Daar werd ons gevraagd  wat wij verder met onze toekomst wilden in Nederland, zodat zij ons daarin  konden ondersteunen. Er werden ons 400 uur aan Nederlandse lessen aangeboden en  we kregen gastgezinnen toegewezen om ons de weg te wijzen in Nederland. Verder  werden er scholen uitgezocht voor degenen die verder wilden studeren.  
  In Steenwijkerwold heb  ik papa leren kennen. Wij zaten toen in dezelfde klas van de Nederlands les.  Uiteindelijk zijn wij daar ook getrouwd. Op onze bruiloft waren er heel veel  mensen aanwezig. Veel mensen, maar geen familie.  
  In 1981 hebben wij een  woning in Doorwerth aangeboden gekregen. En daar gingen wij verder met  Nederlandse lessen en het volgen van opleidingen. 
   .  
   
  Was de vlucht een  traumatische ervaring voor je?  
  Nee, ik weet niet of  ik een trauma over heb gehouden. Het lijkt nu alsof er een film zich afspeelde  en dat ik een van de mensen was die meespeelde.  
  Voor ik in de boot  stapte had ik helemaal geen idee hoe het zou lopen. Je ging vluchten omdat je  niet onder dat regiem wilde leven en we hebben geluk dat het Nederlandse schip  ons heeft opgepikt. We hebben 40 dagen in Singapore gezeten en zijn daarna naar  Nederland gekomen. 
   .  
   
  Hoe heb je de  beginperiode in Nederland ervaren? Kreeg je veel hulp? Wat vond je het  moeilijkste qua cultuurverschil? 
  We kwamen in Nederland  aan in de zomer van 1980 en we kwamen terecht in een opvangcentrum in  Overijssel. We kregen gelukkig veel hulp van de medewerkers van de opvang en de  gastgezinnen.  
  In het begin was ik  ziek van heimwee, ik miste de gezellige sfeer van thuis. Nu was ik  alleen hier en moest ik alles zelf doen en zelf beslissen. Dat was ik totaal  niet gewend omdat ik een hele beschermde opvoeding had gehad; thuis hoefde ik  alleen te werken en de rest werd verzorgd door mijn ouders.  
  Wat ik moeilijk vond  qua cultuurverschil? Ja, ieder land heeft een eigen cultuur. In het begin moest  ik wennen aan het feit dat ik een afspraak moest maken voordat ik bij mensen op  bezoek kon komen, maar inmiddels vind ik dat zelf ook prettig.
   
  Trouwfeest van  Kim Sa en Luong van Hung (Steenwijkerwold, 1981) Ben je blij dat je  terecht bent gekomen in Nederland en ben je blij met wat je bereikt hebt hier?  
  Ik ben blij dat ik  terecht ben gekomen in Nederland en ik ben ook blij wat ik hier heb bereikt.  Het klinkt arrogant maar dit geldt overal op de wereld: als je hard kan werken  en een beetje geluk hebt dan kom je er wel. Om wat te bereiken zou je  bijvoorbeeld voor hetzelfde diploma in een nieuw land 2 of 3 keer zo hard  moeten werken als de mensen die hier geboren zijn.  
  Een nieuw leven in een  land waar wij vroeger op school over hadden geleerd dat het onder de zeespiegel  lag. Een land met molens, tulpen, klompen en van Philips.  
  Een land met een  cultuur, een taal, gewoontes en een klimaat dat mij één jaar daarvoor compleet  onbekend was.  
  Hier moesten wij  compleet opnieuw beginnen. Alles wat wij in Vietnam bereikt hadden was  verloren. We moesten alles achter ons laten: onze familie, onze vrienden en  onze wortels…  
  Met hard werken hebben  wij bereikt wat wij wilden bereiken. Door die jaren hebben wij hier nieuwe  wortels gekregen. Nederland is mijn tweede vaderland geworden, ik voel mij hier  echt thuis. Wij hebben hier een nieuwe familie en nieuwe vrienden gevonden. Een  land met een klimaat dat ik niet wil missen; een land met duidelijk vier  seizoenen. Een land waar ik mij veilig voel en waar ik vrijheid ken.  Waar ik een balans probeer te vinden tussen de Nederlandse en de Vietnamese  cultuur en gewoontes, door het beste uit beide culturen naar boven te halen. Ik  heb geen spijt dat ik gevlucht ben. Als ik dit opnieuw zou moeten doen, zou ik  weer precies hetzelfde hebben gedaan. 
   
  Het gaat ons goed in  het lage land.
 
  Papa en ik hebben  vanaf het begin altijd hard gewerkt, we zijn nu officieel gepensioneerd maar we  werken nog steeds. In onze vrije tijd kan je ons, los van het  vrijwilligerswerk, vinden op de tennisbaan of de golfbaan.  
  Na 40 jaar wonen in  Nederland kunnen we wel zeggen dat we trots zijn op wat we hier bereikt hebben.  We zijn ook trots op jullie en wat jullie tot nu toe hebben bereikt. . In hoeverre voel jij  je een Nederlander en in hoeverre voel jij je een Vietnamees? Heb je min  of meer last van discriminatie op je werk of buiten je werk?Ik voel mij een  Nederlander, ook als ik met Nederlanders om ga hoewel mijn uiterlijk anders is  dan die van hen, maar ik voel mij ook een Vietnamees van binnen en buiten. 
    Op het werk had ik last van jaloezie, ik weet niet of dat discriminatie was.  Toen ik promotie naar een hogere functie kreeg was mijn uitspraak   niet  zo perfect als mensen die hier geboren waren. Gelukkig werd ik getraind om  hiermee om te gaan en had ik er daardoor geen last van. 
  Gediscrimineerd voelen  ligt veel aan je zelf: ik sta open voor wat mensen vragen over vluchtelingen in  het algemeen of over verschil van cultuur. Ik ben bereid om met hen in  discussie te gaan. Ieder land heeft zijn eigen cultuur, eigen religie en je  moet elkaar respecteren zonder te oordelen. 
     .    
     
  In hoeverre vind je  het belangrijk dat je kinderen de Vietnamese geschiedenis en cultuur meekrijgen  in hun opvoeding?  Ik zou het leuk vinden  als jullie de Vietnamese geschiedenis, de Vietnamese cultuur en de Vietnamese  taal meekrijgen in de opvoeding. Papa en ik vertellen niet genoeg over de  Vietnamese geschiedenis. Toen jullie klein waren wilden we het niet over zulke  nare dingen hebben, maar misschien hebben jullie ook gemerkt dat we jullie niet  over onze vlucht hebben verteld. Jullie zijn nu oud genoeg om dat te horen en  als jullie belangstelling hebben dan ben ik bereid om mijn verhaal te delen.  
 
    Tijdens jullie opvoeding hebben wij in grote lijnen over de Vietnamese cultuur  verteld. Wat betreft de cultuur kunnen we kiezen: wat we goed vinden van de  Nederlandse cultuur nemen we over en wat we goed vinden van de Vietnamese  cultuur houden we. 
    Ik vind het leuk dat je alleen naar Vietnam bent gegaan en zelf de Vietnamese  cultuur hebt ontdekt.
   Mevrouw Kim Sa  met haar man en twee kinderen (2018)
   
  Als je met de kennis  van nu terugkijkt op je leven, zou je dan opnieuw ervoor kiezen om te vluchten  uit Vietnam?  
  Jawel, als ik met de  kennis van nu terugkijk op mijn leven, dan zou ik er opnieuw voor kiezen om te  vluchten uit Vietnam. 
   .  
   
  Wat vind je van de  huidige politiek en cultuur in Vietnam? Zou je ooit weer kunnen of willen wonen  in Vietnam?   De huidige politiek in  Vietnam is nog steeds slecht zolang er nog een communistische partij is. De  economie is veel beter geworden dan toen ik het land verliet. Ik ben paar keer  in Vietnam geweest om mijn moeder te zien. Ik durfde nog steeds niet alleen op  straat te lopen. De angst die ik had toen ik ging vluchten is er nog steeds. Ik  voel mij nog steeds niet veilig in Vietnam.
   
  Nu is Nederland mijn tweede vaderland en ik voel mij echt thuis in Nederland.  Ik zou niet in Vietnam willen wonen in de huidige situatie. . Kim-An Luong Direct link: http://www.caidinh.com/Archiefpagina/Cultuurmaatschappij/Interview/interviewmetkimsa.htm 
  
 
  
  
  Heelsum 9-1-2021 
Cái Đình - 2021